ECLI:NL:OGEAA:2019:832

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 oktober 2019
Publicatiedatum
2 januari 2020
Zaaknummer
AUA2019013191
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning en geschil over aandelen in Palm Beach Development Ltd.

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de eiseres, een partij uit Venezuela, de ontruiming van een woning die door de gedaagde, een partij uit Aruba, werd bewoond. De eiseres stelde dat de gedaagde zonder recht of titel in de woning verbleef, nadat de echtgenoot van de gedaagde, die op 13 december 2018 was overleden, de woning had gebruikt op basis van een overeenkomst met Palm Beach Development Ltd. De eiseres, die optreedt namens Palm Beach Development, stelde dat er geen huurovereenkomst was en dat de gedaagde geen vergoeding voor het gebruik van de woning had betaald. De gedaagde voerde verweer en stelde dat er een overeenkomst was die de overdracht van aandelen in Palm Beach Development aan haar regelde, en dat de zaak moest worden aangehouden totdat deze overdracht had plaatsgevonden.

Tijdens de mondelinge behandeling op 4 oktober 2019 werd duidelijk dat de eiseres voldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming, vooral gezien de achterstand in de hypotheekbetalingen op het onroerend goed. Het Gerecht oordeelde dat de overeenkomst tussen de partijen op goede gronden was opgezegd en dat de gedaagde de woning niet had verlaten. Het Gerecht verleende de eiseres de mogelijkheid om de woning binnen drie maanden te ontruimen, en wees de vordering van de gedaagde tot aanhouding van de zaak af. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, maar kreeg toestemming om kosteloos te procederen. Het vonnis werd uitgesproken op 30 oktober 2019 door rechter M.E.B. de Haseth.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 30 oktober 2019
Behorend bij K.G. AUA2019013191
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISERES],
te Venezuela,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigden: de advocaten mr. M.R.M. Reinkemeyer en mr. A.A. Ruiz,
tegen:
[GEDAAGDE],
te Aruba,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch.

1.DE PROCEDURE IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de nadere stukken zijdens [eiseres];
- de vordering in reconventie met nadere stukken;
- de pleitnota’s van partijen;
- de mondelinge behandeling van 4 oktober 2019, waar zijn verschenen [eiseres], vertegenwoordigd door voornoemde gemachtigden, en [gedaagde], bijgestaan door voernoemde gemachtigde.
Bij de mondelinge behandeling is partijen te kennen gegeven dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

2.1 [
Gedaagde] was gehuwd met [naam wijlen]. [Naam wijlen] is op 13 december 2018 overleden. Vanaf in elk geval 24 september 2013 tot aan zijn overlijden hebben [naam wijlen], en op enig moment ook [gedaagde], met hun beider minderjarige zoon in de woning aan [adres] (hierna: de woning) gewoond; na het overlijden van [naam wijlen] is [gedaagde] daar met haar zoon blijven wonen.
2.2
In een akte van 12 juli 2013 is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“CONTRATO
Entre [NAAM WIJLEN] (…) y [NAAM DIRECTEUR] (…)
PRIMERA CLAUSULA
CONVENIO
Según convenio entre [INICIALEN WIJLEN] y [INICIALEN DIRECTEUR], donde [INICIALEN WIJLEN] decide traspasar notarialmente a [INICIALEN DIRECTEUR] el 100% de una propiedad o vivienda situada en [adres] ARUBA en calidad de COLABORADOR queriendo decir que se hace el transpaso notariado a nombre de [INICIALEN DIRECTEUR] o PALM BEACH DEVELOPMENT LTD por un tiempo determinado no mayor a doce meses cuando disponga [INICIALEN WIJLEN] el transpaso del 100% de acciones de la empresa PALM BEACH DEVELOPMENT LTD, a [INICIALEN WIJLEN] sin pago alguno a [INICIALEN DIRECTEUR] como se indico inicialmente [INICIALEN DIRECTEUR] es COLABORADOR.
SEGUNDA CLAUSULA
OBLIGACIONES DE [INICIALEN DIRECTEUR]
[INICIALEN DIRECTEUR] colaborara con [INICIALEN WIJLEN] a todas las diligencias y tramites correspondientes hasta llegar ala venta de 100% de acciones de PALM BEACH DEVLP LTD a [INICIALEN WIJLEN] como son
Solicitud de crédito hipotecario con BBA BANK N.V. y (exigencies del crédito)
Incorporación de una empresa PALM BEACH DEVELOPMENT LTD (propietaria de la vivienda ubicada [adres] Aruba)
Venta del 100% de acciones de PALM BEACH DEVELOPMENT LTD a [INICIALEN WIJLEN]
(…)
CUARTA CLAUSULA
ACUERDO PRINCIPAL
Queda entendido y comprendido que [INICIALEN DIRECTEUR] tendrá a su nombre las acciones del 100% de PALM BEACH DEVELOPMENT LTD por el transcurso de 12 meses o hasta que [INICIALEN WIJLEN] disponga traspasarlas a [INICIALEN WIJLEN], por las cuales [INICIALEN DIRECTEUR] no podrá vender, traspasar a un tercero sin previa autorización de [INICIALEN WIJLEN] ya que en realidad las acciones no son propiedad de [INICIALEN DIRECTEUR] sino de [INICIALEN WIJLEN].
(…).”
De akte is ondertekend namens [naam wijlen] en [naam directeur].
2.3 [
Naam directeur] is sinds 16 juli 2013 een directeur van Palm Beach Development Ltd.
2.4
Op 19 september 2013 is tussen [naam directeur] en BBA Bank N.V. een overeenkomst tot hypothecaire geldlening gesloten voor een bedrag van $ 215.000,-. Daarbij is overeengekomen dat een hypotheek zal worden gevestigd op het recht van erfpacht op het perceel [adres] (hierna: het onroerend goed).
2.5
Bij akte van levering, ten overstaan van notaris mr. R.E. Yarzagaray op 24 september 2013 verleden, hebben [naam wijlen] en A.J. Koridon het recht van erfpacht op het onroerend goed met het daarop gebouwde aan [naam directeur] in zijn hoedanigheid van directeur van Palm Beach Development geleverd. In deze akte is onder meer vermeld dat de levering geschiedt op grond van een tussen partijen op 12 maart 2013 gesloten koopovereenkomst, waarbij het recht van erfpacht op het onroerend goed voor een koopprijs van $ 140.000,- is verkocht.
2.6
In een akte van 5 maart 2015 is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“CONTRATO COMPTRA VENTA
Entre [NAAM DIRECTEUR] (…) vendedor y [NAAM WIJLEN] (…) comprador (…)
PRIMERA CLAUSULA
El vendedor vende al comprador las acciones de PALM BEACHA DEVELOPMENT LTD (…) por la cantidad de $ 100.000 (…) quien el vendedor declara que ha recibido esta suma en efectivo.
(…)
TERCERA CLAUSULA
El comprador deciderá cuando y en que momento no importa si es meses o años cuando suscriba o traspase las acciones mediante la oficina de AMTR N.V. (…) y el vendedor cooperara para hacer el traspaso en el momente indicado.
(…)”
De akte is ondertekend namens [naam wijlen] en [naam directeur].
2.7
Bij brief van 13 maart 2019 hebben [eiseres] en [naam directeur] [gedaagde] de mogelijkheid geboden om de woning dan wel een van de appartementen op het onroerend goed te huren, dan wel, indien zij van die mogelijkheid geen gebruik wenst te maken, gemaand om de woning per 1 april 2019 te ontruimen. [Gedaagde] heeft daaraan geen gevolg gegeven.
2.8
In een akte van 23 mei 2019 is onder meer vermeld:
“The undersigned, Palm Beach Development Ltd., owner of the property [adres], [plaats], Aruba, hereby gives mandate and power of attorney to [eiseres] (…) to perform all acts to effect the eviction, sale and transfer of the property [adres], [plaats], Aruba including initiating a lawsuit or lawsuits to achieve all of the foregoing.”
De akte is ondertekend door [naam directeur] in zijn hoedanigheid van directeur van Palm Beach Development.

3.DE VORDERINGEN EN DE VERWEREN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

In conventie
3.1 [
Eiseres] vordert in conventie – uitvoerbaar bij voorraad – [gedaagde] op verbeurte van een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag te veroordelen om de woning te ontruimen met alle personen en goederen zich daarin en daarbuiten bevindende en de woning in goede staat achter te laten, met machtiging aan [eiseres] om de ontruiming zelf uit te voeren met behulp van de sterke arm, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Aan die vordering legt [eiseres] ten grondslag dat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning verblijft.
3.3 [
Gedaagde] heeft daartegen gemotiveerd verweer gevoerd, strekkend tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten. [Gedaagde] verzoekt het Gerecht om haar verlof te verlenen om kosteloos te procederen.
In reconventie
3.4 [
Gedaagde] verzoekt het Gerecht om haar verlof te verlenen om kosteloos te procederen. [Gedaagde] vordert verder:
“Primair dat enige uitspraak in conventie wordt aangehouden totdat [Naam directeur] zijn medewerking verleent (al dan niet bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak) inzake de overdracht van alle aandelen in Palm Beach Development Ltd. aan [gedaagde], [Naam directeur] vervolgens zijn ontslag neemt als directeur van Palm Beach Development Ltd. dan wel als directeur wordt ontslagen en [gedaagde] als directeur van Palm Beach Development Ltd. wordt benoemd waarna zij vervolgens deze procedure zal stoppen;
Subsidiair dat [eiseres] dan wel [Naam directeur] worden bevolen de executie van de door Uw Gerecht te geven vonnis in deze wordt geschorst en geschorst blijft totdat [Naam directeur] zijn medewerking verleent inzake de overdracht van aandelen in Palm Beach Development Ltd. (al dan niet bij onherroepelijke uitspraak), [Naam directeur] vervolgens zijn ontslag neemt als directeur van Palm Beach Development Ltd. dan wel als directeur wordt ontslagen en [gedaagde] als directeur van Palm Beach Development Ltd. wordt benoemd waarna zij vervolgens deze procedure zal stoppen, dit alles onder verbeurte van een dwangsom van Awg. 100.000,00 per dag (dan wel een door Uw Gerecht te bepalen bedrag) dat [eiseres] dan wel [Naam directeur] geen uitvoering geven aan Uw bevel in deze”, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
3.5
Aan die vordering legt [gedaagde] ten grondslag dat [Naam directeur] uit hoofde van daartoe op 12 juli 2013 en op 5 maart 2015 met [naam wijlen] gesloten overeenkomsten gehouden is de aandelen in Palm Beach Development aan de erven van [naam wijlen] over te dragen.
3.6 [
Eiseres] heeft daartegen gemotiveerd verweer gevoerd, strekkende tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

In conventie
4.1
Een procespartij kan op eigen naam een vordering (ten behoeve) van een derde instellen, indien die derde daartoe last heeft gegeven aan de procespartij. In dat geval is de procespartij niet gehouden om in de dagvaarding of anderszins te vermelden dat hij ter behartiging van de belangen van een ander optreedt. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad zal eerst indien het verweer van de wederpartij daartoe aanleiding geeft, de lasthebber dienen te stellen en zo nodig te bewijzen dat hij uit hoofde van lastgeving bevoegd is om op eigen naam ten behoeve van de rechthebbende(n) op te treden (HR 26 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP9665). [Gedaagde] heeft op dit punt geen verweer gevoerd, zodat het Gerecht ervan uit gaat dat [eiseres] op eigen naam ten behoeve van Palm Beach Development optreedt.
4.2
Voor toewijzing van een vordering tot ontruiming van een woning is noodzakelijk dat de verzoeker daartoe voldoende spoedeisend belang heeft en dat in een bodemprocedure het oordeel valt te verwachten dat de gedaagde partij zonder recht of titel in die woning verblijft.
4.3
Het spoedeisend belang van [eiseres] bij haar vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
4.4
Vast staat dat tussen Palm Beach Development enerzijds en [naam wijlen] en [gedaagde] anderzijds geen huurovereenkomst tot stand is gekomen. Vast staat eveneens dat tussen [naam wijlen] en Palm Beach Development de afspraak is gemaakt dat [naam wijlen], op enig moment samen met [gedaagde], de woning mocht gebruiken, vanaf in elk geval 24 september 2013, zonder daarvoor enige vergoeding verschuldigd te zijn. Dit gebruik heeft [gedaagde], na het overlijden van [naam wijlen], ongewijzigd voortgezet. Onder deze omstandigheden bestaat tussen partijen enige vorm van rechtsverhouding.
4.5
Bij een (onbenoemde) overeenkomst, die voor onbepaalde tijd is aangegaan en waar de wet noch de overeenkomst zelf voorziet in een regeling omtrent de opzegging, geldt dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar is. Op grond van artikel 6:248 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien daarvoor een voldoende zwaarwegende grond bestaat. Die eisen kunnen voorts in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen (vergelijk onder meer HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141).
4.6
Vast staat dat [eiseres] [gedaagde] bij brief van 13 maart 2019 onder meer heeft verzocht om de woning te ontruimen. In die brief staat verder dat [eiseres] daartoe is gekomen, omdat [gedaagde] geen vergoeding voor het gebruik van die woning wenst te betalen. Ter zitting is namens [eiseres] verder te kennen gegeven dat zij de woning terugwenst, omdat deze aan een derde verkocht is, met de verplichting de woning onbewoond op te leveren. Onder deze omstandigheden dient het verzoek van [eiseres] te worden begrepen als een opzegging van de overeenkomst.
4.7 [
Eiseres] heeft onweersproken gesteld dat [naam wijlen] en [gedaagde] nimmer enige vergoeding hebben betaald voor het gebruik van de woning. Verder heeft [eiseres] onweersproken gesteld dat op de aflossing van de hypothecaire lening op grond waarvan een hypotheek is gevestigd op het onroerend goed een achterstand van $ 200.241,28 is ontstaan. Dat bedrag is op grond van de hypotheekovereenkomst direct opeisbaar, zodat een reële dreiging van executie bestaat, aldus [eiseres] nog altijd onweersproken. Deze omstandigheden brengen met zich dat Palm Beach Development voldoende grond heeft om de overeenkomst op te zeggen. Dat Palm Beach Development de beschikking over de woning terugwenst, zodat zij deze aan een derde kan verkopen, is immers niet onbegrijpelijk, in het bijzonder omdat zij van [gedaagde] geen vergoeding ontvangt. In dit verband zij nog opgemerkt dat [eiseres] onweersproken heeft gesteld dat zij [gedaagde] het aanbod heeft gedaan om in de woning dan wel in een op het onroerend goed gelegen appartement te verblijven tegen enige (huur)vergoeding, op welk aanbod [gedaagde] niet in is gegaan.
4.8
Nu de overeenkomst voorshands op goede gronden is opgezegd en [gedaagde] tot op heden de woning niet heeft verlaten, ziet het Gerecht aanleiding om de gevorderde ontruiming toe te wijzen.
4.9
Het betoog van [gedaagde] dat [Naam directeur] op grond van daartoe op 12 juli 2013 en op 5 maart 2015 met [naam wijlen] gesloten overeenkomsten gehouden is de aandelen in Palm Beach Development over te dragen aan de erven van [naam wijlen], geeft geen grond voor een ander oordeel. Daartoe overweegt het Gerecht als volgt.
4.1
Vast staat dat de aandelen niet zijn overgedragen. Verder heeft [eiseres], onder overlegging van verklaringen van [Naam directeur] van die strekking, gemotiveerd betwist dat [Naam directeur] daartoe strekkende overeenkomsten met [naam wijlen] is aangegaan, in het bijzonder omdat de handtekeningen onder de aktes van 12 juli 2013 en van 5 maart 2015 niet van [Naam directeur] zijn. Dit brengt met zich dat nadere bewijslevering van de zijde van [gedaagde] nodig is. Daarvoor leent een kortgedingprocedure zich niet.
4.11
Daar komt nog bij dat ook indien ervan uit zou worden gedaan dat [Naam directeur] uit hoofde van daartoe gesloten overeenkomsten gehouden is de aandelen in Palm Beach Development over te dragen aan de erven van [naam wijlen], dat niet zonder meer met zich brengt dat [gedaagde] rechthebbende is op de woning. [Eiseres] heeft onbetwist gesteld dat [naam wijlen], naast de zoon uit het huwelijk met [gedaagde], uit een eerder huwelijk vier meerderjarige kinderen heeft. Ook heeft [eiseres] betwist dat [naam wijlen] en [gedaagde] in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Onder deze omstandigheden heeft [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd gesteld dat en waarom zij na overdracht van de aandelen in Palm Beach Development aan de desbetreffende erven gerechtigd zal zijn de woning te gebruiken. Zonder enige toelichting of onderbouwing, zoals enige akte ten aanzien van haar huwelijksgoederenregime, een verklaring van erfrecht, dan wel verklaringen of volmachten van de overige erfgenamen, valt niet uit te sluiten dat [gedaagde] in dat geval slechts minderheidsaandeelhouder in Palm Beach Development zou zijn.
4.12
Het Gerecht zal [gedaagde], ondanks de omstandigheid dat zij sinds maart 2019 bekend was met beëindiging van de overeenkomst, een ontruimingstermijn gunnen van drie maanden, hetgeen het Gerecht een redelijke termijn acht. Het Gerecht zal gelet hierop de ontruimingstermijn op drie maanden bepalen.
4.13
De gevorderde dwangsom wordt afgewezen, nu [eiseres] zelf de ontruiming kan doen bewerkstelligen door inschakeling van de deurwaarder.
4.14
Uit het eerste lid van artikel 556 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) volgt dat [eiseres] de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. [Eiseres] heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als [gedaagde] niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft [gedaagde] dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan [gedaagde] wordt betekend, en dat aan [gedaagde] overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien [gedaagde] medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening – zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is – bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft [eiseres] geen belang bij de verzochte machtiging.
4.15 [
Gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
In reconventie
4.16
De vordering tot aanhouding van de zaak in conventie totdat de aandelen in Palm Beach Development zijn overgedragen, wordt afgewezen wegens gebrek aan belang daarbij, nu, zoals hiervoor onder 4.11 is overwogen, [gedaagde] niet onderbouwd heeft gesteld dat en waarom dat met zich zou brengen dat zij rechthebbende is op de woning.
4.17
De subsidiaire vordering van [gedaagde] strekt ertoe de staking van de tenuitvoerlegging van het in deze procedure te wijzen vonnis te bevelen. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de partij aan wie een vordering bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis is toegewezen, bevoegd is tot tenuitvoerlegging daarvan. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad (HR 22 april 1983, NJ 1984, 145) kan de rechter slechts de staking van de tenuitvoerlegging van een vonnis bevelen, indien hij van oordeel is dat de executant, mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de tenuitvoerlegging zullen worden geschaad, geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid om in afwachting van de uitslag van het hoger beroep tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
4.18
De vordering komt ook in zoverre voor afwijzing in aanmerking, nu niet aan voormeld strikt criterium is voldaan, hetgeen overigens in deze stand van de procedure nimmer het geval kan zijn.
4.19 [
Gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
In conventie en in reconventie
4.2
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan [gedaagde] toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.

5.DE UITSPRAAK IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

Het Gerecht:
In conventie
beveelt [gedaagde] om binnen drie maanden na dit vonnis de woning [adres] te Aruba te ontruimen;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiseres] tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 238,84 aan explootkosten en Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde;
wijst af het meer of anders gevorderde;
In reconventie
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiseres] tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde;
In conventie en in reconventie
verleent [gedaagde] verlof om kosteloos te procederen;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 oktober 2019 in aanwezigheid van de griffier.