In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een erfenisgeschil tussen twee partijen, eiser en gedaagde, die beiden aanspraak maken op verschillende onroerende zaken en vergoedingen. De procedure begon met een tussenvonnis op 12 september 2018, waarna partijen over en weer akten hebben ingediend. Het vonnis is uitgesproken op 6 februari 2019.
Eiser wenst toebedeling van een perceel eigendomsgrond en een woning, terwijl gedaagde ook aanspraak maakt op een woning en een vergoeding voor taxatiekosten. Het gerecht heeft vastgesteld dat de waarde van het perceel Afl. 44.000,- bedraagt en dat eiser recht heeft op een vergoeding van Afl. 19.555,56 wegens overbedeling. De woning is getaxeerd op Afl. 118.744,-, en eiser moet gedaagde Afl. 52.775,11 vergoeden wegens overbedeling. Gedaagde heeft ook een woning in Peru geclaimd, maar er zijn onduidelijkheden over de waarde, waardoor het gerecht partijen de keuze heeft gegeven om een taxateur te benoemen.
Daarnaast zijn er geschillen over gebruiksvergoedingen en immateriële schadevergoeding. Gedaagde heeft aanspraak gemaakt op een gebruiksvergoeding voor de woning, die door eiser moet worden betaald, terwijl eiser ook een gebruiksvergoeding voor een andere woning heeft geëist, maar deze vordering is afgewezen. Eiser heeft ook een schadevergoeding van Afl. 10.000,- geëist wegens een valse aangifte door gedaagde, maar deze vordering is onvoldoende onderbouwd en afgewezen.
Het gerecht heeft de zaak aangehouden voor verdere beslissingen, afhankelijk van de waarde van het onroerend goed in Peru en de te nemen aktes door partijen. De beslissing van het gerecht is dat de zaak op 6 maart 2019 opnieuw op de rol komt voor indiening van akten.