ECLI:NL:OGEAA:2019:739
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in het kader van asielaanvraag en uitzetting
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 november 2019 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, een Venezolaanse man, verbleef sinds 11 september 2018 zonder geldige verblijfstitel op Aruba. Op 29 september 2019 heeft de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, verweerder, een bevelschrift uitgevaardigd waarin de uitzetting van verzoeker werd bevolen. Verzoeker heeft op 1 oktober 2019 een asielaanvraag ingediend bij de afdeling DIMAS, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat op het moment van het bevelschrift er geen formeel asielverzoek was ingediend, waardoor het bevelschrift niet onrechtmatig was. De voorzieningenrechter overwoog dat de verweerder de vertrektermijn op nul dagen mocht stellen, gezien de illegale status van verzoeker. Echter, op basis van het verbod van refoulement kan verzoeker niet worden uitgezet voordat de asielprocedure is afgerond. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van het bevelschrift afgewezen, en daarmee het verzoek van verzoeker om een voorlopige voorziening niet ingewilligd.