ECLI:NL:OGEAA:2019:633
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van het bevelschrift tot uitzetting van een Venezolaanse verzoekster in het kader van vreemdelingenbewaring
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 oktober 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot schorsing van een bevelschrift tot uitzetting van een Venezolaanse verzoekster. De verzoekster was op 10 september 2018 Aruba binnengekomen als toerist met een toegestane verblijfsduur van twee dagen. Op 14 juni 2019 diende zij een asielverzoek in bij de Dimas. Op 16 september 2019 werd zij door de afdeling Vreemdelingentoezicht aangetroffen terwijl zij illegaal aan het werk was. De Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie had daarop een bevelschrift tot uitzetting uitgevaardigd, waartegen de verzoekster bezwaar maakte.
De voorzieningenrechter overwoog dat de verzoekster niet kon worden uitgezet voordat er een beslissing op haar asielaanvraag was genomen. Het gerecht oordeelde dat het bevelschrift tot uitzetting onzorgvuldig tot stand was gekomen, omdat het niet was vermeld dat de verzoekster een asielverzoek had ingediend. De voorzieningenrechter concludeerde dat er een redelijke kans bestond dat de bestreden beschikking in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Daarom werd het bevelschrift tot uitzetting geschorst om onevenredig nadeel voor de verzoekster te voorkomen, wat ook betekende dat de vreemdelingenbewaring moest worden opgeheven.
De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.