ECLI:NL:OGEAA:2019:700
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een arbeidsovereenkomst en de beëindiging daarvan
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en de naamloze vennootschap Frasa International Trading N.V. De verzoekster, die in dienst was als warehouse helper, had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigde op 9 oktober 2018. De verzoekster stelde dat haar ontslag nietig was, omdat de arbeidsovereenkomst niet voldeed aan de vereisten van artikel 7A:1613x BW, aangezien de reden van tijdelijkheid niet in de overeenkomst was vermeld. Frasa voerde aan dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig was beëindigd omdat deze voor bepaalde tijd was aangegaan, maar het Gerecht oordeelde dat de schriftelijke overeenkomst niet aan de wettelijke eisen voldeed. Het Gerecht oordeelde dat de bepalingen inzake de beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd van toepassing waren, en dat Frasa toestemming had moeten vragen om de dienstbetrekking te beëindigen. De verzoekster werd in het gelijk gesteld en het Gerecht verleende haar toestemming om kosteloos te procederen. Frasa werd veroordeeld tot doorbetaling van het loon van de verzoekster en de wettelijke verhoging en rente, en werd ook veroordeeld in de proceskosten. De verzoekster's verzoek om een verklaring voor recht dat het ontslag nietig was, werd afgewezen.