2.3In het kader van die verzending is onder meer de volgende correspondentie gevoerd tussen partijen.
a. a) Een e-mail van 22 november 2015 van WKsoftijsmachines aan [gedaagde] (verzoekschrift, prod. 2):
“We hebben elkaar gesproken op uw mooie eiland Aruba.
Wij verkopen tafelmodel Yoghurtijsmachines 220 volt luchtgekoeld.
Een nieuwe machine kunnen we leveren vanaf $ 9500.00.
Een gebruikte Yoghurtijsmachine kunnen we aanbieden voor $ 3730.00
In de bijlage vind u een afbeelding van de machine.
Bij de machine ontvangt u ook een filmpje hoe u de machine schoon moet maken. (…)
Een collega van ons is nog tot 28 december op uw eiland. Als we snel zaken kunnen doen. Kan hij u helpen met het opstarten van de machine en uitleg geven.
Alle prijzen zijn exclusief transport en invoerrechten. (…)”
b) Een e-mail van 8 oktober 2016 van WKsoftijsmachines aan [gedaagde] (cva, prod. 2):
“U gebruikt een aggregaat op het strand. Is deze 220 volt of 110 volgt?
De machine is namelijk 220 volt.”
c) Een e-mail van 8 oktober 2016 van [gedaagde] aan WKsoftijsmachines (cva, prod. 2):
“Jullie kunnen zonder enige probleem het ijsmachine opsturen naar onze adres.”
d) Een e-mail van 31 oktober 2016 van WKsoftijsmachines aan [gedaagde] (verzoekschrift, prod. 3-A):
“Hierbij sturen wij u gegevens van de vracht.
Wij danken u voor de medewerking.”
e) Een e-mail van 31 oktober 2016 van [gedaagde] aan WKsoftijsmachines (verzoekschrift, prod. 3-B):
“Mail ontvangen, zodra vracht hier is zal ik U op de hoogte stellen.”
f) Een e-mail van 10 januari 2017 van WKsoftijsmachines aan [gedaagde] (verzoekschrift, prod. 4-A):
“Ik hoorde van de transportafdeling dat de machine nog steeds in de haven staat.
Wilt u de machine nog proberen?
Anders laat ik het weer ophalen.
Wij danken u voor de medewerking.”