In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een minderjarige door de juridische vader. De verzoeker, de biologische vader van de minderjarige, heeft aangevoerd dat de moeder misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om toestemming te verlenen voor de erkenning, door deze toestemming te geven aan haar huidige echtgenoot. De juridische vader heeft de minderjarige erkend, maar de biologische vader stelt dat hij de echte vader is en dat de erkenning door de juridische vader vernietigd moet worden.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 april 2019 werd ingediend, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand en een mondelinge behandeling op 20 augustus 2019. Tijdens de zitting gaven de moeder en de juridische vader aan in te stemmen met het verzoek van de biologische vader tot vernietiging van de erkenning. Het gerecht heeft vastgesteld dat de biologische vader inderdaad de vader is van de minderjarige, zoals blijkt uit een rapport van I.L. Laboratorio Familiar N.V.
Het gerecht heeft de erkenning door de juridische vader vernietigd, maar het verzoek van de biologische vader om vervangende toestemming voor erkenning werd afgewezen, omdat de moeder heeft aangegeven dat zij bereid is om hem toestemming te geven. Ook het verzoek om gezamenlijk gezag werd afgewezen, omdat de biologische vader niet de tot het gezag bevoegde vader is zolang hij de minderjarige niet heeft erkend. Tot slot heeft het gerecht geen omgangsregeling vastgesteld, omdat partijen in staat zijn om onderling afspraken te maken over het omgangsrecht.