In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 september 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag en vaststelling van een omgangsregeling tussen de vader en de moeder van een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door mr. C. Helen Lejuez, heeft verzocht om gezamenlijk gezag over de minderjarige, die geboren is op 8 september 2011, en om een omgangsregeling. De moeder, vertegenwoordigd door mr. R. Marchena, heeft ingestemd met het verzoek van de vader.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 21 januari 2019 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 26 maart 2019. Tijdens deze zitting waren beide ouders aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigden, en was ook de raadsonderzoeker van de Voogdijraad aanwezig. De vader heeft aangevoerd dat hij en de moeder gedurende hun relatie samen de zorg voor de minderjarige hebben gedragen en dat hij recht heeft op een familierechtelijke relatie met zijn zoon.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat beide ouders geschikt zijn om de minderjarige op te voeden en dat zij in staat zijn om met elkaar te communiceren over de zorg voor hun kind. Gezien de instemming van de moeder met het verzoek van de vader, heeft het Gerecht besloten om het gezag over de minderjarige gezamenlijk aan beide ouders toe te kennen. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld die voorziet in contact tussen de vader en de minderjarige, waarbij de vader de minderjarige op bepaalde momenten in de week en tijdens vakanties zal zien.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het verzoek van de vader om de moeder te verplichten tot informatieplicht is afgewezen, nu zij gezamenlijk met het gezag worden belast.