Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
HET HOOFD VAN DE DIENST BURGERLIJKE STAND EN BEVOLKINGSREGISTER,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Het wettelijk kader
tenzijer sprake was van nieuwe feiten en omstandigheden. De jurisprudentie op dit punt is gewijzigd (zie uitspraak van de raad van State ECLI:NL:RVS:2016:3131, door het Gemeenschappelijk Hof overgenomen in de uitspraak van 17 januari 2018, LARAUA2017H00001). Dit betekent voor het bestuursorgaan, dat bij de afhandeling van een dergelijk verzoek niet kan worden volstaan met de enkele constatering dat er geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn, maar dat er ook een inhoudelijke toets zou moeten plaatsvinden. Dit is in casu niet gebeurd, om welke reden het bezwaarschrift gegrond dient te worden verklaard. Overigens merkt de commissie op, dat in het kader van de inhoudelijke toets meegewogen moet worden dat bezwaarden nog steeds getrouwd zijn.”
bevoegd isom een herhaalde aanvraag inhoudelijk te behandelen en daarbij de oorspronkelijke beschikking in volle omvang te heroverwegen. Een volledige heroverweging lijkt derhalve geen verplichting. Dit volgt ook uit het feit dat het bestuursorgaan dit ook
magindien aan het verzoek geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten grondslag zijn gelegd. Wordt het herhaald verzoek op inhoudelijke gronden afgewezen, dan toetst de bestuursrechter aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden als ware het de (sic) oorspronkelijke (eerste) beschikking.