In deze zaak heeft de moeder, verzoekster, een verzoek ingediend tot wijziging van het gezag over haar minderjarige kind, geboren in Venezuela. De vader, verweerder, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 22 november 2018 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 mei 2019. Tijdens deze behandeling was de moeder aanwezig, terwijl de vader, die in Panama woont, niet op de zitting verscheen.
De minderjarige is erkend door de vader en woont sinds september 2015 bij de moeder in Aruba. De vader heeft de moeder een speciale volmacht verleend om hem te vertegenwoordigen in alle zaken met betrekking tot de minderjarige. De moeder heeft aangevoerd dat zij en de vader gezamenlijk hebben besloten dat zij de minderjarige mee zou nemen naar Aruba. Echter, het is onduidelijk of de moeder samen met de vader het ouderlijk gezag over de minderjarige heeft, aangezien de overgelegde machtiging geen rechterlijke beslissing omtrent het gezag bevat.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de minderjarige al bijna vier jaar bij de moeder woont en door haar wordt verzorgd. Gezien het feit dat de vader in Panama woont en tijdelijk niet in staat is om het gezag uit te oefenen, heeft het gerecht besloten om de moeder met het gezag over de minderjarige te belasten. De beslissing is genomen op 18 juni 2019 door rechter J.J. Verhoeven, en de beschikking is gegeven in aanwezigheid van de griffier.