Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
“security officer”in loondienst getreden bij AAA, laatstelijk tegen een bruto loon van Afl. 4.348,-- per maand.
security officerbeveiligingswerkzaamheden uit binnen AAA. Tot haar werkzaamheden behoort onder meer het waarborgen en het zorgdragen voor de handhaving van de orde en de rust op de luchthaven, het bewaken van de veiligheid van de luchthaven, het controleren van de toegangsbevoegdheid van personen, het op een juiste wijze uitvoeren van het screeningsproces van passagiers en hun bagage en het controleren van beveiligde toegangspunten tot het luchthaventerrein.
(…)”
Controlled substances and alcohol testing policy and proceduresvan 20 juli 2015 (verweerschrift, prod. 10) staat, voor zover hier van belang, het volgende:
6.Results
7.Positive Test Results
.Deze testen hadden allemaal negatief resultaat.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
het gebruikvan cocaïne en
het onder invloed verkerenervan. [Naam verzoekster] is van oordeel dat het aan haar verleende ontslag op staande voet disproportioneel is, nu zij – ook als er vanuit wordt gegaan dat de uitslag van de test juist is - niet onder invloed van cocaïne verkeerde toen zij op de werkvloer verscheen. Bij [naam verzoekster] zou slechts 16 microgram cocaïne in de urine zijn gevonden, waardoor er geen merkbaar effect was op haar functioneren. [Naam verzoekster] betwist om die reden dat het enkel positief testen op cocaïne voldoende is om haar op staande voet te ontslaan. Volgens [naam verzoekster] ziet het verbod van alcohol en drugs, zoals opgenomen in de cao, slechts op het in het bezit hebben daarvan of op het gebruik daarvan onder diensttijd, maar niet op het gebruik van drugs buiten werktijd, tenzij het gebruik daarvan effect heeft op het functioneren van de werknemer. Uit onderzoek blijkt volgens [naam verzoekster] dat het effect van cocaïne (en dus het onder invloed zijn ervan) hoogstens een half uur duurt. Een beleid dat ieder gebruik van drugs in eigen tijd verbiedt, maakt een onaanvaardbare inbreuk op het recht op privacy zoals bepaald in artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), aldus [naam verzoeker]. [Naam verzoekster] stelt voorts dat zij noch de algemene bedrijfsvoorschriften noch de andere procedureregels van AAA heeft ontvangen. Een ontslag op staande voet had zij derhalve niet hoeven te verwachten. Het gerecht overweegt hieromtrent als volgt.