Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid bezwaar 2013
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de belastingheffing op WAO-uitkeringen voor een ingezetene van Aruba centraal. De belanghebbende, die WAO-uitkeringen uit Nederland ontvangt, heeft bezwaar gemaakt tegen verschillende belastingaanslagen die door de Inspecteur der Belastingen zijn opgelegd. De aanslagen betroffen de inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor de jaren 2012, 2013 en 2014. De belanghebbende stelde dat de WAO-uitkeringen ook in Nederland aan belastingheffing zijn onderworpen, wat zou leiden tot dubbele belastingheffing. De Inspecteur heeft echter geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend, wat de belanghebbende betwistte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslagen voor de jaren 2013 en 2014 niet-ontvankelijk zijn verklaard wegens termijnoverschrijding van het bezwaar. Voor de aanslagen van 2012 en 2014 oordeelde de rechtbank dat de Inspecteur de WAO-uitkeringen terecht in het premie-inkomen had begrepen en dat de belastingheffing in Aruba rechtmatig was. De rechtbank concludeerde dat de Inspecteur geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting hoefde te verlenen, aangezien de WAO-uitkeringen op grond van de Belastingregeling voor het Koninkrijk aan Aruba waren toegewezen voor belastingheffing. De rechtbank verklaarde de beroepen van de belanghebbende ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.
De uitspraak werd gedaan op 26 juni 2019 door rechter A.J.H. van Suilen, en de griffier was M.M.M. Faro MSc. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.