ECLI:NL:OGEAA:2019:376

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
3 juli 2019
Zaaknummer
AUA201900318 t/m AUA201900323
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingheffing op WAO-uitkeringen voor ingezetenen van Aruba en de gevolgen voor dubbele belasting

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de belastingheffing op WAO-uitkeringen voor een ingezetene van Aruba centraal. De belanghebbende, die WAO-uitkeringen uit Nederland ontvangt, heeft bezwaar gemaakt tegen verschillende belastingaanslagen die door de Inspecteur der Belastingen zijn opgelegd. De aanslagen betroffen de inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor de jaren 2012, 2013 en 2014. De belanghebbende stelde dat de WAO-uitkeringen ook in Nederland aan belastingheffing zijn onderworpen, wat zou leiden tot dubbele belastingheffing. De Inspecteur heeft echter geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend, wat de belanghebbende betwistte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslagen voor de jaren 2013 en 2014 niet-ontvankelijk zijn verklaard wegens termijnoverschrijding van het bezwaar. Voor de aanslagen van 2012 en 2014 oordeelde de rechtbank dat de Inspecteur de WAO-uitkeringen terecht in het premie-inkomen had begrepen en dat de belastingheffing in Aruba rechtmatig was. De rechtbank concludeerde dat de Inspecteur geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting hoefde te verlenen, aangezien de WAO-uitkeringen op grond van de Belastingregeling voor het Koninkrijk aan Aruba waren toegewezen voor belastingheffing. De rechtbank verklaarde de beroepen van de belanghebbende ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.

De uitspraak werd gedaan op 26 juni 2019 door rechter A.J.H. van Suilen, en de griffier was M.M.M. Faro MSc. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 26 juni 2019
BBZ nrs. AUA201900318 t/m AUA201900323
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
X, wonende te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is met dagtekening 2 oktober 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2012 opgelegd.
1.2
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 2 oktober 2017 aanslagen premies AOV/AWW en premie AZV voor het jaar 2012 opgelegd.
1.3
Aan belanghebbende is met dagtekening 30 april 2018 een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2013 opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 43.777, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van Afl. 6.239.
1.4
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 30 april 2018 aanslagen premies AOV/AWW en premie AZV voor het jaar 2013 opgelegd naar een premie-inkomen van Afl. 46.220.
1.5
Aan belanghebbende is met dagtekening 1 oktober 2018 een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2014 opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 55.249, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van Afl. 4.185.
1.6
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 1 oktober 2018 aanslagen premies AOV/AWW en premie AZV voor het jaar 2014 opgelegd naar een premie-inkomen van Afl. 46.757.
1.7
Belanghebbende is op 24 november 2017 (2012) 24 september 2018 (2013 en 2014) tegen de aanslagen in bezwaar gekomen.
1.8
De Inspecteur heeft bij in een geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 10 december 2018 de bezwaren tegen de aanslagen 2013 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn en de bezwaren tegen de aanslagen 2012 en 2014 ongegrond verklaard.
1.9
Belanghebbende is op 4 februari 2019 in beroep gekomen tegen de uitspraken op bezwaar. Hierbij is een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25.
1.1
De Inspecteur heeft op 18 april 2019 een verweerschrift ingediend.
1.11
De zitting heeft plaatsgevonden op 13 juni 2019 te Oranjestad. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen A.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende is geboren op 27 september 1955. In de onderhavige jaren is belanghebbende ingezetene van Aruba.
2.2
Belanghebbende heeft in 2012, 2013 en 2014 WAO-uitkeringen uit Nederland genoten.
2.3
De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslagen inkomstenbelasting geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend ter zake van de WAO-uitkeringen.

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

3.1
In geschil is of de Inspecteur terecht geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting heeft verleend ter zake van de WAO-uitkeringen. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.
3.2
Belanghebbende concludeert tot vermindering van de aanslagen. De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep en handhaving van de aanslagen.

4.BEOORDELING VAN HET BEROEP

Ontvankelijkheid bezwaar 2013

4.1
In artikel 17, lid 1, van de Algemene landsverordening belastingen (hierna: ALB) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bewaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
4.2
De aanslagbiljetten inkomstenbelasting 2013 en premies AOV/AWW en AZV 2013 zijn gedagtekend op 30 april 2018. Het bezwaarschrift is op 24 september 2018 ingediend. Dit bezwaarschrift is dus buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend.
4.3
Een niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar op grond van termijnoverschrijding blijft echter achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaar in verzuim is geweest.
4.4
Belanghebbende heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is te achten. De Inspecteur heeft de bezwaren tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2013 en premies AOV/AWW en AZV 2013 dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.
4.5
Gelet op het vorenstaande dient het beroep inzake de aanslagen inkomstenbelasting 2013 en premies AOV/AWW en AZV 2013 ongegrond te worden verklaard.
Prematuur bezwaar 2014
4.6
De aanslagbiljetten inkomstenbelasting 2014 en premies AOV/AWW en AZV 2014 zijn gedagtekend op 1 oktober 2018. Het bezwaar is ingediend op 24 september 2018, dus vóór de dagtekening van de aanslagen. In dat geval blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege indien de aanslagen ten tijde van het indienen van het bezwaar reeds tot stand waren gekomen (GEA Aruba 7 januari 2019, nr. AUA201801879, ECLI:NL:OGEAA:2019:1). Daarvan is in dit geval sprake. Gelet hierop is het bezwaar tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2014 en premies AOV/AWW en AZV 2014 ontvankelijk.
Voorkoming dubbele belastingheffing
4.7
Op grond van artikel 1 in verbinding met artikel 3 Landsverordening inkomstenbelasting (hierna: LIB) worden natuurlijke personen die in Aruba wonen, belast voor hun totale wereldinkomen. Het is daarbij niet van belang waar ter wereld dat inkomen is verkregen. Tot dit wereldinkomen behoren in het onderhavige geval onder meer de Nederlandse WAO-uitkeringen.
4.8
Belanghebbende stelt dat de WAO-uitkeringen ook in Nederland aan belastingheffing zijn onderworpen, zodat een situatie ontstaat van dubbele belastingheffing. De Belastingregeling voor het Koninkrijk (hierna: BRK) bevat regels ter voorkoming van dubbele belasting.
4.9
Een WAO-uitkering is op grond van artikel 20 BRK ter heffing toegewezen aan het land van inwoning, dus aan Aruba (vgl. Gemeenschappelijk Hof van Justitie 16 januari 2018, nr. CUR2017H00029, ECLI:NL:OGHACMB:2018:27). Het is dan aan Nederland om ter zake van die inkomsten aftrek ter voorkoming van dubbele belasting te verlenen. Dat Nederland dat blijkbaar tot nu toe niet heeft gedaan, kan niet ertoe leiden dat in Aruba geen heffing over deze inkomsten kan plaatsvinden. De Inspecteur heeft de WAO-uitkering dan ook terecht in het inkomen begrepen. Hij hoeft ter zake geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting te verlenen.
4.1
Gelet op het vorenstaande dient het beroep inzake de aanslagen inkomstenbelasting 2012 en 2014 ongegrond te worden verklaard.
Premieheffing AOV/AWW en AZV
4.11
Op grond van artikel 3 BRK geldt de BRK niet voor de premieheffing AOV/AWW en AZV.
4.12
Belanghebbende is als ingezetene van Aruba verzekerd en premieplichtig voor de AOV, AWW en AZV. De verschuldigde premies worden geheven over het door belanghebbende genoten premie-inkomen. Onder het premie-inkomen wordt verstaan het onzuiver inkomen in de zin van de LIB.
4.13
Tot het onzuiver inkomen in de zin van de LIB behoren ook de uit Nederland genoten WAO-uitkeringen. Dit betekent dat in Aruba over deze uitkeringen premies AOV/AWW en premie AZV kunnen worden geheven. De Inspecteur heeft de WAO-uitkeringen dan ook terecht in het premie-inkomen begrepen.
4.14
Gelet op het vorenstaande dient ook het beroep inzake de aanslagen premies AOV/AWW en premie AZV ongegrond te worden verklaard.

5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

6.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juni 2019, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………….. aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieAUA@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: Afl. 75
- personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300