ECLI:NL:OGEAA:2019:213

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
AUA201900419
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden na diefstal door werknemer

In deze zaak heeft de coöperatieve vereniging Playa Linda Beach Resort, gevestigd in Aruba, een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer 3, die sinds 1 augustus 2017 in dienst was. Het verzoek is gebaseerd op een dringende reden, namelijk diefstal van strandstoelen die toebehoren aan Hyatt Regency Aruba. Playa Linda ontving op 17 november 2018 een anonieme tip over deze diefstal, waarna een gesprek heeft plaatsgevonden met de human resources manager en de werknemer. In de brief van 24 januari 2019 werd bevestigd dat de werknemer en zijn collega's betrokken waren bij de diefstal.

De werknemer heeft verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van de vordering, dan wel om toekenning van een ontbindingsvergoeding. Het gerecht heeft beoordeeld of er sprake is van een gewichtige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Op basis van artikel 7A:1615w BW is de werkgever bevoegd om de arbeidsovereenkomst te ontbinden bij dringende redenen, zoals diefstal. Het gerecht heeft vastgesteld dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, wat de dringende reden voor ontbinding rechtvaardigt.

Het gerecht heeft besloten de arbeidsovereenkomst met ingang van 3 april 2019 te ontbinden en de werknemer in de proceskosten te veroordelen. De kosten van de procedure zijn begroot op Afl. 450,- aan griffierechten, Afl. 184,10 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris. Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap en werd in het openbaar uitgesproken op 2 april 2019.

Uitspraak

Beschikking van 2 april 2019
E.J. nr. AUA201900419
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de coöperatieve vereniging
PLAYA LINDA BEACH RESORT,
gevestigd in Aruba,
verzoekster, hierna ook te noemen: Playa Linda,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix,
tegen:
[werknemer 3],
wonende in Aruba,
verweerder, hierna ook te noemen: [werknemer 3],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 11 februari 2019;
- de brief van Playa Linda met producties, ingediend op 1 maart 2019
- het verweerschrift met producties, ingediend op 7 maart 2019;
- de pleitaantekeningen van Playa Linda;
- de behandeling ter zitting van 7 maart 2019, waarbij zijn verschenen Playa Linda bijgestaan door haar gemachtigde, alsmede mw. [human resources] (human resources manager) en [werknemer 3] in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde.
1.2
Vervolgens is de datum voor de beschikking nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Playa Linda exploiteert een timeshare resort te Palm Beach. Playa Linda is gelegen aan het strand en ten noorden van Hyatt Regency Aruba (hierna: Hyatt).
2.2 [
werknemer 3] is sinds 1 augustus 2017 bij Playa Linda in dienst laatstelijk in de functie van
beach surveillance.
2.3
Op 17 november 2018 is bij Playa Linda een anonieme tip binnengekomen dat aan Hyatt toebehorende strandstoelen door medewerkers van Playa Linda werden gestolen.
2.4
Bij brief van 24 januari 2019 heeft Playa Linda een verslag gemaakt van het gesprek tussen de human resources manager, de gemachtigde van Playa Linda en [werknemer 3] over het incident dat zich in november 2018 heeft voorgedaan. In deze brief staat, voor zover hier van belang:

(…)
Mi sa cu nos a hasi malo, pero e la pasa e la pasa. Polis a bisa nos cu nos a horta 71 stoel, pero esey si nos no a hasi. Ta 9 stoel so nos a coi.
(…)
Nos a haya in totaal 350 cada un (…)
(…)
Di un banda loke nos a hasi ta ladronicia y e otro bianda no. Nos no mester a coi nan, paso nan no ta di nos. Di e otro banda nan ta riba beach publico y nan no tawata na candal. Pero con cu bai bin, e ta keda ladronicia”.

3.HET VERZOEK

3.1
Playa Linda verzoekt het gerecht de arbeidsovereenkomst tussen partijen op zo kortst mogelijk termijn te ontbinden, met veroordeling van [werknemer 3] in de proceskosten.
3.2
Playa Linda grondt haar verzoek primair op een dringende reden en subsidiair op verandering in de omstandigheden.
3.3 [
werknemer 3] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering dan wel toekenning van een ontbindingsvergoeding, met veroordeling van Playa Linda in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is in de eerste plaats de vraag of sprake is van een gewichtige reden, bestaande uit omstandigheden die een dringende reden opleveren die met zich meebrengen dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen dadelijk of op korte termijn behoort te eindigen.
4.2
Op grond van artikel 7A:1615w BW is de werkgever bevoegd wegens een dringende reden de rechter te verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Op grond van artikel 7A:1615o lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen in de zin van lid 2 van artikel 7A:1615w BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Of dat het geval is, hangt af van de omstandigheden van het geval. De aard van de arbeidsovereenkomst, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer zijn werkzaamheden heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem hebben, spelen daarbij een rol (HR 22 februari 2002, NJ 2003, 174).
4.3
Een dringende reden zal aanwezig geacht kunnen worden wanneer de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, of bedrog of andere misdrijven waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt.
4.4
Het gerecht is van oordeel dat [werknemer 3] een dringende reden aan Playa Linda heeft gegeven die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt en overweegt daartoe als volgt.
4.5 [
werknemer 3] heeft erkend dat hij samen met zijn collega’s de strandstoelen van Hyatt heeft gestolen. Daarmee is de dringende reden voor Playa Linda immers gegeven. Zij hoeft immers niet te dulden dat haar werknemers zich schuldig maken aan diefstal van zaken die aan haar, dan wel aan andere hotels, toebehoren. Het beroep van [werknemer 3] op zijn persoonlijke omstandigheden faalt. Het gaat erom dat door het gedrag van [werknemer 3] het vertrouwen van Playa Linda in hem is weggevallen. Dit is geheel aan hemzelf te wijten.
4.6
Uit het voorgaande volgt dat het verzoek toewijsbaar is. Het gerecht zal de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbinden met ingang van 3 april 2019. Voor een vergoeding is ingevolge artikel 7A:1615w BW geen plaats nu sprake is van een dringende reden.
4.7 [
werknemer 3] wordt, nu hij in het ongelijk is gesteld, in de proceskosten veroordeeld.
5.DE BESLISSING
Het gerecht:
- ontbindt de tussen partijen bestaande overeenkomst met ingang van 3 april 2019;
- veroordeelt [werknemer 3] in de kosten van de procedure, die tot de datum van de uitspraak aan de kant van Playa Linda worden begroot op Afl. 450,- aan griffierechten, Afl. 184,10 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 2 april 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.