ECLI:NL:OGEAA:2019:212

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
AUA201900418
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden na diefstal van strandstoelen

In deze zaak heeft de coöperatieve vereniging Playa Linda Beach Resort, gevestigd in Aruba, een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer 2, die sinds 2 oktober 2004 in dienst was. Het verzoek is gebaseerd op een dringende reden, namelijk diefstal van strandstoelen die toebehoren aan Hyatt, een nabijgelegen hotel. Playa Linda heeft op 17 november 2018 een anonieme tip ontvangen over deze diefstal en heeft daarop een gesprek gevoerd met werknemer 2, waarbij hij heeft erkend dat hij de strandstoelen heeft gestolen.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 februari 2019 werd ingediend, gevolgd door verschillende producties en een zitting op 7 maart 2019. Tijdens deze zitting heeft Playa Linda haar verzoek toegelicht, terwijl werknemer 2 verweer voerde en vroeg om afwijzing van de vordering of toekenning van een ontbindingsvergoeding.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de diefstal door werknemer 2 een dringende reden oplevert voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechter heeft vastgesteld dat het vertrouwen van Playa Linda in werknemer 2 door zijn handelen is weggevallen, en dat de persoonlijke omstandigheden van werknemer 2 niet relevant zijn voor de beoordeling van de dringende reden.

De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 3 april 2019, en werknemer 2 is veroordeeld in de proceskosten. De beschikking is gegeven door rechter J. Sap en openbaar uitgesproken op 2 april 2019.

Uitspraak

Beschikking van 2 april 2019
E.J. nr. AUA201900418
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de coöperatieve vereniging
PLAYA LINDA BEACH RESORT,
gevestigd in Aruba,
verzoekster, hierna ook te noemen: Playa Linda,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix,
tegen:
[werknemer 2],
wonende in Aruba,
verweerder, hierna ook te noemen: [werknemer 2],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 11 februari 2019;
- de brief van Playa Linda met producties, ingediend op 1 maart 2019
- het verweerschrift met producties, ingediend op 7 maart 2019;
- de pleitaantekeningen van Playa Linda;
- de behandeling ter zitting van 7 maart 2019, waarbij zijn verschenen Playa Linda bijgestaan door haar gemachtigde, alsmede mw. [human resources manager] (human resources manager) en [werknemer 2] in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde.
1.2
Vervolgens is de datum voor de beschikking nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Playa Linda exploiteert een timeshare resort te Palm Beach. Playa Linda is gelegen aan het strand en ten noorden van Hyatt Regency Aruba (hierna: Hyatt).
2.2 [
werknemer 2] is sinds 2 oktober 2004 bij Playa Linda in dienst laatstelijk in de functie van
ground supervisor.
2.3
Op 17 november 2018 is bij Playa Linda een anonieme tip binnengekomen dat aan Hyatt toebehorende strandstoelen door medewerkers van Playa Linda werden gestolen.
2.4
Bij brief van 18 januari 2019 heeft Playa Linda een verslag gemaakt van het gesprek tussen de general manager, de human resources manager, de gemachtigde van Playa Linda en [werknemer 2] over het incident dat zich in november 2018 heeft voorgedaan. In deze brief staat, voor zover hier van belang:

(…)
Ami ta cualifica esaki como robo. Mi no tawata tin approval pa coi e sitting chairs nan aki. Mi a bai cu e sitting chairs nan aki mi cas. Mi a bende 4 di nan cu [gast] y mi a keda cu 2 na mi cas”.

3.HET VERZOEK

3.1
Playa Linda verzoekt het gerecht de arbeidsovereenkomst tussen partijen op zo kortst mogelijk termijn te ontbinden, met veroordeling van [werknemer 2] in de proceskosten.
3.2
Playa Linda grondt haar verzoek primair op een dringende reden en subsidiair op verandering in de omstandigheden.
3.3 [
werknemer 2] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering dan wel toekenning van een ontbindingsvergoeding, met veroordeling van Playa Linda in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is in de eerste plaats de vraag of sprake is van een gewichtige reden, bestaande uit omstandigheden die een dringende reden opleveren die met zich meebrengen dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen dadelijk of op korte termijn behoort te eindigen.
4.2
Op grond van artikel 7A:1615w BW is de werkgever bevoegd wegens een dringende reden de rechter te verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Op grond van artikel 7A:1615o lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen in de zin van lid 2 van artikel 7A:1615w BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Of dat het geval is, hangt af van de omstandigheden van het geval. De aard van de arbeidsovereenkomst, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer zijn werkzaamheden heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem hebben, spelen daarbij een rol (HR 22 februari 2002, NJ 2003, 174).
4.3
Een dringende reden zal aanwezig geacht kunnen worden wanneer de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, of bedrog of andere misdrijven waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt.
4.4
Het gerecht is van oordeel dat [werknemer 2] een dringende reden aan Playa Linda heeft gegeven die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt en overweegt daartoe als volgt.
4.5 [
werknemer 2] heeft erkend dat hij strandstoelen van Hyatt heeft gestolen. Daarmee is de dringende reden voor Playa Linda gegeven. Zij behoeft niet te dulden dat haar werknemers zich schuldig maken aan diefstal van zaken die aan haar, dan wel andere hotels, toebehoren. Het beroep van [werknemer 2] op zijn persoonlijke omstandigheden faalt. Het gaat erom dat door het gedrag van [werknemer 2] het vertrouwen van Playa Linda in hem is weggevallen. Dit is geheel aan hemzelf te wijten.
4.6
Uit het voorgaande volgt dat het verzoek toewijsbaar is. Het gerecht zal de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbinden met ingang van 3 april 2019. Voor een vergoeding is ingevolge artikel 7A:1615w BW geen plaats nu sprake is van een dringende reden.
4.7 [
werknemer 2] wordt, nu hij in het ongelijk is gesteld, in de proceskosten veroordeeld.
5.DE BESLISSING
Het gerecht:
- ontbindt de tussen partijen bestaande overeenkomst met ingang van 3 april 2019;
- veroordeelt [werknemer 2] in de kosten van de procedure, die tot de datum van de uitspraak aan de kant van Playa Linda worden begroot op Afl. 450,- aan griffierechten, Afl. 184,10 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 2 april 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.