ECLI:NL:OGEAA:2019:165
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst en rechtsgeldigheid van ontslag in het arbeidsrecht
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster], een onderzoeker arbeidsmarkt, en de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba. [Verzoekster] was in dienst van het Land op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar, die op 21 augustus 2017 inging. Op 20 augustus 2018 stelde het Land dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was geëindigd, maar [verzoekster] betwistte dit en verzocht om vaststelling dat haar dienstverband nog steeds voortduurde. Ze eiste ook doorbetaling van haar salaris en herstel in haar functie.
De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoekster] op 11 oktober 2018, gevolgd door een verweerschrift van het Land. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2019 werd de zaak verder besproken. Het Gerecht oordeelde dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd op 20 augustus 2018, en dat [verzoekster] nog steeds in dienst was van het Land. Het Gerecht wees de vorderingen van [verzoekster] toe, inclusief de doorbetaling van haar salaris en het herstel in haar functie binnen zeven dagen na betekening van de uitspraak.
Het Gerecht benadrukte dat voor een rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst opzegging vereist is, en dat de voorwaarden voor opzegging moeten voldoen aan de eisen van redelijkheid en billijkheid. Het Land werd ook veroordeeld in de proceskosten van [verzoekster]. Deze uitspraak onderstreept de bescherming van werknemers in het arbeidsrecht en de noodzaak voor werkgevers om zich aan de wettelijke opzegprocedures te houden.