ECLI:NL:OGEAA:2019:152

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
AUA201600594
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tariefindeling van alcoholhoudende dranken in het douanerecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de tariefindeling van verschillende alcoholhoudende dranken die door de belanghebbende, een N.V. gevestigd te Aruba, worden ingevoerd. De belanghebbende betwistte de indeling van haar producten door de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen, die de dranken had ingedeeld onder GS-post 2208 (andere dranken met gedistilleerde alcohol). De belanghebbende stelde dat de dranken onder post 2203 (bier van mout) en post 2206 (andere gegiste dranken) moesten vallen, wat zou leiden tot lagere invoerrechten.

De zaak begon met een beschikking van de Inspecteur op 8 april 2016, waarin de dranken werden ingedeeld onder GS-post 2208. Na bezwaar en een afwijzing van de Inspecteur, heeft de belanghebbende beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 27 september 2017, voorgezeten door rechter mr. De Werd, zijn de standpunten van beide partijen besproken. De belanghebbende voerde aan dat de dranken, die volgens een bierbrouwproces waren vervaardigd, nog steeds de kenmerken van bier bezaten. De Inspecteur daarentegen stelde dat de dranken na filtratie en toevoeging van andere ingrediënten hun karakter van bier hadden verloren.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de BLL-dranken, na filtratie en toevoeging van aroma's en alcohol, niet langer de kenmerken van bier bezaten en daarom niet onder post 2203 konden worden ingedeeld. Evenzo zijn de B&J-dranken, die ook na filtratie hun karakter verloren, ingedeeld onder post 2208. De uitspraak concludeerde dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was, en dat de proceskosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

Uitspraak van 15 maart 2019
BBZ nr. AUA201600594
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[ X ] N.V., gevestigd te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER INVOERRECHTEN EN ACCIJNZEN, zetelend te Aruba,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Bij beschikking van 8 april 2016 heeft de Inspecteur de dranken met de merknamen '[ BLL’, [ LR] en ‘[ B&J ]’, [ M en SD ], ingedeeld onder GS-post 2208 (andere dranken met gedistilleerde alcohol).
1.2
Belanghebbende heeft op 9 mei 2016 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak van 30 november 2016 het bezwaar afgewezen.
1.4
Belanghebbende heeft op 28 december 2016 tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van Afl 150.
1.5
Belanghebbende heeft op 7 juni 2017 het beroep gemotiveerd.
1.6
De Inspecteur heeft op 11 juli 2017 een verweerschrift ingediend.
1.7
Belanghebbend heeft op 18 september 2017 nadere stukken ingediend.
1.8
De Inspecteur heeft op 20 september 2017 nadere stukken ingediend.
1.9
Belanghebbende heeft op 21 september 2017 twee monsters ingebracht, namelijk een blikje [ BLL, LR en een blikje BLL, SR ].
1.1
De zitting heeft plaatsgevonden op 27 september 2017 te Oranjestad ten overstaan van rechter mr. De Werd. Namens belanghebbende zijn verschenen [ A] en [ B ]. Namens de Inspecteur zijn verschenen [ C ], [ D ] en [ E ]. Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en ingebracht.
1.11
De Inspecteur heeft op 3 oktober 2017 met instemming van het Gerecht nadere stukken ingebracht.
1.12
Belanghebbende heeft op 23 oktober 2017 daarop gereageerd.
1.13
Het Gerecht heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.
1.14
Door defungeren van rechter mr. De Werd per 1 augustus 2018, kan de uitspraak in deze zaak niet door hem worden gewezen. Partijen hebben ermee ingestemd dat rechter mr. Van Suilen uitspraak wijst in deze zaak, zonder dat een nadere mondelinge behandeling ten overstaan van mr. Van Suilen heeft plaatsgevonden.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende voert verschillende alcoholhoudende dranken in, waaronder dranken die onder de merknamen '[ BLL ]’ (hierna: BLL-dranken) en ‘[ B&J]’ (hierna: B&J-dranken) worden verkocht.
2.2
De BLL-dranken hebben een alcoholgehalte van 8,0 percent. Zij zijn vervaardigd volgens een bierbrouwproces – dat wil zeggen gebrouwen met een combinatie van gerstmout en niet-gemoute graankorrels met beperkte hoptoevoeging – waarna het brouwsel is gefilterd. Na de filtratie worden (margarita) aroma’s, kleur- en smaakstoffen en alcohol toegevoegd.
2.3
Blijkens een door belanghebbende ingediende ruling met de U.S. Customs and Border Protection (zie bijlage bij nader stuk van 23 oktober 2017) worden de B&J-dranken als volgt vervaardigd:
“The beer base is produced from a mash of malted barley with not more than 10% non-malted cereals, at least 7,5 lbs of hops (…) per 100 barrels, and water. After boiling, the wort is cooled, pitched with brewer’s yeast, and fermented. After fermentation, the beer may be filtered and/or clarified. The beer base contains 3-5% alcohol by volume. (…)
The product data provided further indicates that the beverage base is filtered after fermentation to remove the color and aroma from the malt beverage in order to create a clear, odorless base. The beverages further contain 10-25% natural flavors, including denatured grape wine (color and aroma are removed), added after fermentation, and 3-6% sugar. Roughly 40% of the total alcohol content (…) derives from the wine base. Additional filtration may take place after the flavorings and sugar are added.”
2.4
Op verzoek van de Inspecteur heeft het Douane Laboratorium van de Belastingdienst in Nederland de dranken onderzocht. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in brieven van 29 januari 2016. Daarin is voor zowel de BLL- als de B&J-dranken onder meer het volgende vermeld:
“Op basis van de chemische samenstelling is vastgesteld dat:
-Een gedeelte van de in het eindproduct aanwezige alcohol door gisting is verkregen.
-Het in gisting gebracht sap/most niet afkomstig is van druiven, krenten of rozijnen.
Het product heeft niet het karakter van het oorspronkelijk gefermenteerde product.
(..)
Beschouwing ten aanzien van de Gecombineerde Nomenclatuur:
Het product bevat alcohol, water, suiker en aromastoffen.
Op basis van bovenstaande objectieve kenmerken van het product, dient dit product ingedeeld te worden als een andere drank met gedistilleerde alcohol zoals bedoeld bij post 2208.”
In de brieven met betrekking tot de B&J-dranken is daar nog het volgende aan toegevoegd:
“Op basis van het gehalte aan foezel-alcoholen en glycerol kan aangenomen worden dat een deel van de fermentatieproducten uit het product zijn verwijderd.”
2.5
Het ‘Department of the Treasury, alcohol and tobacco tax and trade bureau’ in de Verenigde Staten heeft de BLL-dranken aangemerkt als ‘malt beverage specialities flavored’.
2.6
Blijkens de eerdergenoemde ruling (zie 2.3) heeft de U.S. Customs and Border Protection de B&J-dranken ingedeeld in post 2206.

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

3.1
In geschil is de tariefindeling van de BLL- en B&J-dranken.
3.2
Belanghebbende betoogt dat de BLL-dranken vallen onder post 2203 (bier van mout) en dat de B&J-dranken vallen onder post 2206 (andere gegiste dranken). Dit brengt volgens haar mee dat voor die dranken invoerrechten en/of accijns naar het tarief voor die posten voldaan moet worden.
3.3
De Inspecteur verdedigt het standpunt dat deze dranken onder post 2208 (ethylalcohol, andere dranken met gedistilleerde alcohol) moeten worden ingedeeld.

4.BEOORDELING VAN HET BEROEP

Nationale regelgeving

4.1
Ingevolge de Eenvormige Landsverordening Geharmoniseerd Systeem is het tariefposten-classificatiesysteem met betrekking tot de invoerrechten in Aruba vastgesteld overeenkomstig het wereldwijd geharmoniseerde systeem (hierna: GS).
4.2
Ingevolge artikel 3, lid 3, van de Landsverordening tarief van invoerrechten, worden bij landsbesluit nadere regels gegeven over de wijze waarop goederen in het tarief van invoerrechten moeten worden ingedeeld. Daaraan is uitvoering gegeven in artikel 1 en de bijlage van het Landsbesluit indelingsregels tarief van invoerrechten (AB 2008 no. 38).
4.3
In de bijlage bij voornoemd landsbesluit zijn de volgende indelingsregels opgenomen:
1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken gelden slechts als aanwijzing. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de regels vastgelegd in de indelingsregels 2 tot en met 5.
2. a. (…)
b. Onder een in een post vermelde stof wordt niet alleen verstaan die stof in zuivere staat, doch ook vermengd of verbonden met andere stoffen. Evenzo worden onder werken van een genoemde stof niet alleen verstaan die werken die geheel uit die stof bestaan, doch ook werken, die gedeeltelijk uit die stof bestaan. De vorenbedoelde mengsels en samengestelde werken worden ingedeeld met inachtneming van de onder indelingsregel 3 vermelde beginselen.
3. Indien goederen met toepassing van indelingsregel 2b, of om enige andere reden, vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:
a. De post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel (…) is samengesteld (…), worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels (…), aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft.
b. Mengsels (…) waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder indelingsregel 3a, worden ingedeeld naar de stof of naar het goed, waaraan de mengsels (…) hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dat kan worden bepaald.
c. In de gevallen waarin indeling aan de hand van het bepaalde in onderdelen a en b niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.
Geharmoniseerde systeem (GS)
4.4
Het wereldwijd geharmoniseerde systeem (hierna: GS) omvat een omschrijving en codering van goederen.
4.5
GS-post 2203 is als volgt verwoord:
‘Bier van mout.’
De GS-toelichting op die post luidt:
Bier is een alcoholhoudende drank verkregen door gisting van wort, bereid uit mout van gerst of tarwe, water en in de regel hop. Bepaalde hoeveelheden niet-gemoute granen (bijvoorbeeld maïs of rijst) mogen bij de bereiding van het wort gebruikt worden. De toevoeging van hop geeft aan het bier een bittere en pittige smaak en bevordert de houdbaarheid. Het product wordt soms, in de loop van het gistingsproces, gearomatiseerd door toevoeging van krieken of van andere stoffen.
Soms worden ook suiker, kleurstoffen, kooldioxide of andere zelfstandigheden aan het bier toegevoegd.
Op grond van het gistingsproces dat bij het brouwen wordt gevolgd, onderscheidt men: bier verkregen door ondergisting, dat wil zeggen bij lage temperatuur en met behulp van ondergist (ondergistingsbier of
bier van lage gisting) en bier verkregen door bovengisting, dat wil zeggen bij hogere temperatuur en met bovengist (bovengistingsbier of
bier van hoge gisting).
Er bestaan verschillende soorten bier: licht en donker, zoet en bitter, licht en zwaar. Het wordt meestal verhandeld op vaten, op flessen of in blikken. Het kan voorkomen onder de benaming ‘ale’, ‘stout’, enz.
4.6
GS-post 2206 is als volgt verwoord:
‘Andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honigdrank); mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen’.
De GS-toelichting op die post luidt:
‘Onder deze post wordt onder meer ingedeeld:
1. (…)
10.
gemberbier en kruidenbier, zijnde bruisende dranken gemaakt van suiker en water, waaraan gember of kruiden zijn toegevoegd en die door toevoeging van gist aan het gisten zijn gebracht.
Bedoelde dranken kunnen van nature mousserend zijn of door toevoeging van kooldioxide mousserend zijn gemaakt. Zij blijven ook onder deze post ingedeeld wanneer alcohol is toegevoegd of het alcohol-volume gehalte is verhoogd door een verdere gisting, voor zover zij het karakter hebben behouden van producten als bedoeld bij deze post.
Deze post omvat eveneens mengsels van alcoholvrije dranken en gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken als bedoeld bij de voorgaande posten van dit hoofdstuk, bijvoorbeeld mengsels van limonade en bier of wijn, mengsels van bier en wijn, met een alcoholgehalte van meer dan 0,5% vol.’
4.7
GS-post 2208 is als volgt verwoord:
‘Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80% vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten’.
De GS-toelichting op die post luidt:
‘Deze post omvat, ongeacht het alcoholvolumegehalte:
A).
gedistilleerde drankenverkregen door distillatie (zonder toevoeging van aromatische stoffen) van spontaan gegiste natuurlijke vloeistoffen, zoals wijn en appeldrank, of van gegiste vruchten, droesem, granen of andere plantaardige producten. Bedoelde dranken hebben een kenmerkend bouquet (geur en smaak) toe te schrijven aan bepaalde secundaire aromatische bestanddelen (esters, aldehyden, zuren, hogere alcoholen, enzovoort.) die eigen zijn aan de gebruikte grondstoffen;
B).
likeuren, dat wil zeggen alcoholhoudende dranken waaraan suiker, honing of andere natuurlijke zoetstoffen en extracten of essences zijn toegevoegd (bijvoorbeeld alcoholhoudende dranken verkregen door distillatie of door het mengen van ethylalcohol of gedistilleerde dranken met een of meer van de navolgende producten: vruchten, bloemen of andere plantendelen, extracten, essences, etherische oliën of vruchtensappen, ook indien geconcentreerd). Van deze producten kunnen onder meer worden genoemd: likeuren die suikerkristallen bevatten, likeuren van vruchtensappen, eierlikeuren, likeuren op basis van kruiden, bessen of specerijen, likeuren van thee, chocolade, melk of honing.
C)
Alle andere dranken die gedistilleerde alcohol bevattenen niet zijn genoemd of niet zijn begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk.'
Als voorbeeld van de bedoelde producten noemt deze toelichting onder meer:
'(...)
15) vruchten- en groentesappen waaraan alcohol is toegevoegd, met een alcohol-volumegehalte van meer dan 0,5 % vol,
andere dande producten bedoeld bij
post 22.04;
(...)
17) dranken met het uiterlijk van wijn en verkregen door het mengen van gedistilleerde dranken met vruchtensap en/of water, suiker, kleurstoffen, aromatische of andere bestanddelen,
andere dande producten bedoeld bij
post 22.04.'
Tariefindeling
4.8
Het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de bewoordingen van de posten van de GS en in de aantekeningen op de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven (vgl. HvJ EU 12 mei 2016, nr. C-532/14, ECLI:EU:C:2016:337, punt 34).
4.9
De BLL-dranken zijn vervaardigd volgens een bierbrouwproces waarna het brouwsel is gefilterd. Na de filtratie worden (margarita) aroma’s, kleur- en smaakstoffen en alcohol toegevoegd. Uit de bevindingen van het Douane Laboratorium (zie 2.4) blijkt dat het gebrouwen bier na de filtratie en het toevoegen van bestanddelen en alcohol, het karakter van bier heeft verloren. Verder heeft de rechter aan de hand van het toegestuurde monster (het blikje [ BLL, SR) ook zelf geconstateerd dat de BLL-dranken de karakteristieke kenmerken van bier ontberen wat betreft kleur, geur, schuimvorming en de specifieke (bittere) smaak. Anders dan belanghebbende voorstaat, kunnen de BLL-dranken – met inachtneming van indelingsregel 3b – dus niet onder post 2203 (bier van mout) worden ingedeeld. Belanghebbendes beroep kan in zoverre niet slagen.
4.1
Wat betreft de B&J-dranken heeft het volgende te gelden. Uit de GS-toelichting op post 2206 (andere gegiste dranken) volgt dat door gisting verkregen producten onder die post ingedeeld blijven mits zij het karakter behouden van de onder deze post vallende producten, te weten dat van gegiste dranken (zie 4.6). Producten die niet uitsluitend door gisting worden verkregen maar ook door een zuiveringsproces dat ertoe leidt dat die producten de kenmerken en eigenschappen van gegiste dranken verliezen en de eigenschappen en kenmerken verkrijgen van ethylalcohol (post 2208), vallen onder post 2208 (vgl. HvJ EU 12 mei 2016, nr. C-532/14, ECLI:EU:C:2016:337, punt 39).
4.11
De B&J-dranken zijn vervaardigd volgens een bierbrouwproces waarna het brouwsel is gefilterd. Uit de omschrijving van het vervaardigingsproces zoals neergelegd in de ruling (zie 2.3) blijkt dat na filtratie een heldere en geurloze drank is verkregen. Ook uit de bevindingen van het Douane Laboratorium (zie 2.4) blijkt dat het gebrouwen bier na de filtratie en het toevoegen van bestanddelen het karakter van bier heeft verloren. Nu het brouwsel door het filtratieprocedé de eigenschappen van gegiste drank heeft verloren en veeleer de eigenschappen van het tot post 2208 behorende ethylalcohol heeft verkregen, valt deze onder post 2208. Ook als aan deze basisdrank nadien bestanddelen worden toegevoegd, valt dit eindproduct onder post 2208 (vgl. HvJ EU 12 mei 2016, nr. C-532/14, ECLI:EU:C:2016:337; HR 25 november 2016, nr. 12/05758, ECLI:NL:HR:2016:2672). De B&J-dranken moeten derhalve onder post 2208 worden ingedeeld. Het gelijk is ook in zoverre aan de Inspecteur.

5.PROCESKOSTEN

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 15 maart 2019, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël – van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op …………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: Afl. 75
- personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300