In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de werknemer, vertegenwoordigd door mr. S.O.R.’G. Faarup, een verzoek ingediend tegen de stichting STICHTING EDUCACION PROFESSIONAL BASICO en het Land Aruba, vertegenwoordigd door respectievelijk mr. M.D. Tromp en mr. M.P. Jansen. De werknemer, die sinds 1 augustus 1991 als leraar lichamelijke oefening werkzaam is, verzoekt om herinschaling in salarisschaal 34 met terugwerkende kracht tot 2008, omdat hij van mening is dat hij ten onrechte in salarisschaal 27 is ingedeeld. De werkgever en het Land verzetten zich tegen de vorderingen van de werknemer en verzoeken om niet-ontvankelijkheid of afwijzing van de vorderingen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 januari 2018 is gebleken dat de werknemer geen rechtsgronden heeft uiteengezet in zijn verzoekschrift. De werknemer stelt dat zijn verzoek tegen de werkgever is gebaseerd op nakoming van de arbeidsovereenkomst, terwijl het verzoek tegen het Land is gebaseerd op onrechtmatige overheidsdaad. Het Gerecht oordeelt dat de werknemer eerst de bestuursrechtelijke rechtsgang moet volgen, aangezien de Minister de salarisschaal vaststelt. Hierdoor kan er geen sprake zijn van een onrechtmatige overheidsdaad.
Het Gerecht wijst de vorderingen van de werknemer zowel tegen de werkgever als tegen het Land af. De werkgever heeft geen vrijheid in de salarisindeling en voldoet aan de vastgestelde salarisschaal. De werknemer wordt veroordeeld in de proceskosten van zowel de werkgever als het Land, die elk zijn begroot op Afl. 1.000,00 aan salaris gemachtigde. De beschikking is gegeven door mr. A.J.J. van Rijen op 6 februari 2018.