Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een ambtenaar, klager, tegen een disciplinaire maatregel die hem was opgelegd door de Gouverneur van Aruba. Klager was ontslagen op basis van beschuldigingen van plichtsverzuim, specifiek het hebben van een onzedelijke relatie met een minderjarige die aan zijn zorg was toevertrouwd. Klager ontkende de beschuldigingen en voerde aan dat het ontslag was gebaseerd op onjuiste feiten. Het gerecht overwoog dat in het ambtenarentuchtrecht de strikte bewijsregels van het strafrecht niet van toepassing zijn, maar dat er wel degelijk overtuigende en deugdelijk vastgestelde gegevens moeten zijn om tot een disciplinaire maatregel te komen. Het gerecht concludeerde dat de Gouverneur onvoldoende bewijs had geleverd voor de beschuldigingen en dat de ontkenning van klager niet adequaat was weerlegd. De bestreden beschikking werd vernietigd, en het gerecht verklaarde het bezwaar van klager gegrond. Klager werd ook in de proceskosten veroordeeld, die op Afl. 1.200,- werden begroot. De uitspraak vond plaats op 29 januari 2018.