ECLI:NL:OGEAA:2018:63
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van vaderschap op verzoek van de minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 30 januari 2018 een beschikking gegeven in een procedure betreffende de vernietiging van de erkenning van vaderschap. De verzoekster, de moeder, heeft samen met de bijzondere curator, die optreedt namens de minderjarige, een verzoek ingediend tot vernietiging van de erkenning van de man als vader van de minderjarige. Dit verzoek is ingediend op basis van een rapport van het Laboratorio Familiar, waarin de resultaten van een DNA-verwantschapsonderzoek zijn opgenomen. Dit onderzoek heeft aangetoond dat de man niet de biologische vader van de minderjarige kan zijn, wat de basis vormt voor het verzoek tot vernietiging van de erkenning.
De procedure is voortgekomen uit een eerdere beschikking van het gerecht van 5 september 2017 en is verder behandeld na een akte van uitlating van de bijzondere curator op 4 december 2017. Het gerecht heeft vastgesteld dat het verzoek van de minderjarige, ingediend binnen de wettelijke termijn, ontvankelijk is. Na beoordeling van het overgelegde rapport en de omstandigheden van de zaak, heeft het gerecht geoordeeld dat er voldoende bewijs is dat de man niet de biologische vader is. Daarom heeft het gerecht besloten om de erkenning van de man als vader van de minderjarige te vernietigen.
De beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de juridische status van de minderjarige en de betrokken partijen.