Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
GHvJ 20 november 2015, ECLI:NL:OGHACMB:2015:33).
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft appellant, wonend in Aruba, op 9 mei 2017 een verzoek ingediend tot afgifte van een verklaring dat hij van rechtswege is toegelaten. Na het uitblijven van een beslissing op dit verzoek heeft hij op 8 augustus 2017 een bezwaarschrift ingediend. Vervolgens heeft appellant op 6 december 2017 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar. De minister van Justitie en Integratie heeft op 15 maart 2018 een verweerschrift ingediend. De zaak is behandeld op 3 september 2018, waarbij zowel appellant als verweerder vertegenwoordigd waren door hun respectieve advocaten. De uitspraak is gedaan op 15 oktober 2018.
De rechter heeft overwogen dat de minister het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellant heeft ter zitting aangegeven dat er geen rechtsmiddelen zijn aangewend tegen deze beslissing. Tevens is gebleken dat appellant nog beschikt over een eerder afgegeven verklaring voor recht, die niet is ingetrokken. Hierdoor heeft appellant geen belang bij de afgifte van een nieuwe verklaring, wat leidt tot de conclusie dat zijn beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar ongegrond is. De rechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van de rechter is dat het beroep ongegrond wordt verklaard. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak moet worden ingesteld.