Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
5.PROCESKOSTENVERGOEDING
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een geschil tussen X N.V. en de Inspecteur der Belastingen over de vraag of een kwijtscheldingsverlies ten laste van de winst in 2006 terecht is gebracht. De belanghebbende, X N.V., had een geldlening verstrekt aan haar zustervennootschap, Z NV, en heeft deze lening in 2006 volledig kwijtgescholden. De Inspecteur heeft deze kwijtschelding gecorrigeerd, stellende dat er sprake was van een onzakelijke lening. De belanghebbende betwist dit en stelt dat de lening onder zakelijke voorwaarden is verstrekt.
De zaak is behandeld op 18 september 2018, waarbij de belanghebbende werd vertegenwoordigd door A, verbonden aan Y, en de Inspecteur door mr. B. De rechtbank oordeelt dat de lening onzakelijk was, omdat de voorwaarden waaronder de lening was verstrekt niet overeenkwamen met wat een onafhankelijke derde zou hebben aanvaard. Er was geen leningsovereenkomst, geen rente, geen aflossingsschema en geen zekerheden gesteld. De rechtbank concludeert dat de Inspecteur terecht het kwijtscheldingsverlies heeft gecorrigeerd, omdat de belanghebbende een debiteurenrisico heeft aanvaard dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard.
De uitspraak werd gedaan op 21 september 2018, waarbij het beroep van de belanghebbende ongegrond werd verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.