In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 16 januari 2018 een beschikking gegeven in een verzoek tot ontkenning van het vaderschap. De verzoekers, de biologische vader en de moeder, hebben beiden een verzoek ingediend, waarbij de biologische vader niet-ontvankelijk werd verklaard omdat hij niet tot de personen behoort die ontkenning van het vaderschap kunnen verzoeken volgens artikel 1:200 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De moeder werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat haar verzoek na de wettelijke termijn was ingediend. De Voogdijraad, vertegenwoordigd door mr. Y. Maduro, trad op als bijzondere curator voor de minderjarige. Het gerecht oordeelde dat het verzoek van de bijzondere curator om het vaderschap van de man te ontkennen, ontvankelijk was, omdat dit verzoek binnen de wettelijke termijn was ingediend. Een DNA-onderzoek bevestigde dat de man niet de biologische vader van de minderjarige is. Het gerecht heeft vervolgens het verzoek van de minderjarige toegewezen en het vaderschap van de man ontkend. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.