ECLI:NL:OGEAA:2018:33

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 januari 2018
Publicatiedatum
9 februari 2018
Zaaknummer
EJ nr. 1544 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning vaderschap en benoeming bijzondere curator in een familierechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 16 januari 2018 een beschikking gegeven in een verzoek tot ontkenning van het vaderschap. De verzoekers, de biologische vader en de moeder, hebben beiden een verzoek ingediend, waarbij de biologische vader niet-ontvankelijk werd verklaard omdat hij niet tot de personen behoort die ontkenning van het vaderschap kunnen verzoeken volgens artikel 1:200 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De moeder werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat haar verzoek na de wettelijke termijn was ingediend. De Voogdijraad, vertegenwoordigd door mr. Y. Maduro, trad op als bijzondere curator voor de minderjarige. Het gerecht oordeelde dat het verzoek van de bijzondere curator om het vaderschap van de man te ontkennen, ontvankelijk was, omdat dit verzoek binnen de wettelijke termijn was ingediend. Een DNA-onderzoek bevestigde dat de man niet de biologische vader van de minderjarige is. Het gerecht heeft vervolgens het verzoek van de minderjarige toegewezen en het vaderschap van de man ontkend. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 16 januari 2018
behorend bij EJ nr. 1544 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
1.[naam biologische vader], hierna te noemen: de biologische vader,
2.[naam moeder], hierna te noemen: de moeder,
beiden wonende in Aruba,
procederend in persoon,
VERZOEKERS.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige], de minderjarige,
[naam man], de man,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 24 juli 2017;
  • het advies van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, ingediend op 9 november 2017;
  • het verhoor van de minderjarige van 13 november 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 14 november 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de biologische vader en de moeder in persoon en de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij haar gemachtigde. Namens de Voogdijraad is aanwezig mr. Y. Maduro. De man is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Staande het huwelijk tussen de moeder en de man is op [geboortedatum] in Aruba uit de moeder geboren [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige).
2.2
De moeder en de man zijn van elkaar gescheiden.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt, naar het gerecht begrijpt, tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. Daartoe is gesteld dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek (BW) dient in zaken van afstamming het minderjarige kind vertegenwoordigd te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft zich bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige op te treden, en zal als zodanig worden benoemd.
4.2
Het door het huwelijk ontstane vaderschap kan op de voet van artikel 1:200, lid 1 onder a BW, door de vader of de moeder van het kind worden ontkend op grond dat de man niet de biologische vader van het kind is. Het gerecht stelt met betrekking tot de ontvankelijkheid van de biologische vader het volgende voorop. De biologische vader behoort als verwekker niet tot de in artikel 1:200 lid 1 BW limitatief opgesomde personen die ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap kunnen verzoeken. De biologische vader zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.3
Ingevolge het vijfde lid wordt het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning door de moeder bij het gerecht ingediend binnen een jaar na de geboorte van het kind. Deze termijnen zijn van openbare orde. Het onderhavige verzoek van de moeder is ingediend na het verstrijken van de wettelijke termijn. De moeder zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.
4.4
De Voogdijraad heeft ter zitting van 14 november 2017 desgevraagd te kennen gegeven namens de minderjarige het verzoek te willen doen tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. Het gerecht ziet grond om op het door de bijzondere curator namens de minderjarige ingediende verzoek te beslissen. Daarbij is in aanmerking genomen dat de minderjarige in dit verzoek kan worden ontvangen nu het namens deze is ingediend binnen de in artikel 1:200, zesde lid, BWA gestelde termijn.
4.5
Verzoekers hebben een rapport overgelegd van het Laboratorio Familiar van 26 april 2017, houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek (DNA-test). Op grond van dit rapport kan de conclusie worden getrokken dat de verzoeker sub 1 de biologische vader van de minderjarige is. Nu biologisch vaderschap door middel DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid kan worden bewezen en er ook overigens geen reden is om aan de resultaten van het verwantschapsonderzoek te twijfelen, is hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat de man niet de biologische vader is. Het gerecht zal het verzoek van de minderjarige zal daarom toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart [naam biologische vader] en [naam moeder] niet-ontvankelijk in hun verzoek,
benoemt de Voogdijraad tot bijzondere curator van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
verklaart gegrond de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van [naam man], geboren op [geboortedatum] in Aruba, van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba uit [naam moeder],
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in dit gerecht, ter zitting van 16 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.