Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Geldverstrekking
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft belanghebbende, een N.V. gevestigd in Aruba, beroep ingesteld tegen de aanslagen in de winstbelasting voor de jaren 2008 en 2009. De Inspecteur der Belastingen had eerder de aftrek van rentebetalingen op leningen van de moedermaatschappij, [FBB] N.V., geweigerd, omdat deze zouden zijn aangemerkt als schijnleningen of bodemloze-putleningen. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 31 mei 2018 uitspraak gedaan. Het Gerecht oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een terugbetalingsverplichting, waardoor de leningen niet als schijnleningen konden worden gekwalificeerd. De Inspecteur had zijn standpunt dat er sprake was van een onzakelijke lening ingetrokken, maar het Gerecht oordeelde dat de geldverstrekking door [FBB] N.V. als een lening moest worden aangemerkt. De Inspecteur had ten onrechte de renten niet in aftrek toegelaten. Het beroep van belanghebbende werd gegrond verklaard, de aanslagen winstbelasting voor 2008 en 2009 werden vernietigd en vastgesteld op nihil. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.