In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader verzocht om wijziging van het gezag over zijn minderjarige kind, geboren op [geboortedatum], en om een omgangsregeling vast te stellen. De vader, vertegenwoordigd door de advocaten M.O. Gomes en D.G. Kock, heeft aangevoerd dat de moeder, die momenteel het gezag uitoefent, onverantwoordelijk gedrag vertoont en dat hij daardoor geen contact met het kind heeft. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat N.S. Gravenstijn, heeft verweer gevoerd en verzocht om kosteloos te mogen procederen, evenals om alimentatie van de vader voor het kind.
De rechter heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. De moeder heeft altijd de hoofdverzorging van het kind op zich genomen en er is geen reden om de hoofdverblijfplaats van het kind te veranderen. De Voogdijraad heeft in haar rapport aangegeven dat beide ouders betrokken zijn bij de opvoeding, maar dat er communicatieproblemen zijn. De rechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van het kind is dat de moeder het gezag behoudt en dat de vader niet alleen met het gezag wordt belast.
Wat betreft de omgangsregeling heeft de rechter bepaald dat er regelmatig contact moet zijn tussen de vader en het kind, en dat de vader een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- moet betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. De moeder is ook toestemming verleend om kosteloos te procederen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte is afgewezen.