ECLI:NL:OGEAA:2018:295

• Datum uitspraak: 16 mei 2018
• Publicatiedatum: 30 mei 2018
• Zaaknummer: AUA201701058
• Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: W.J. Noordhuizen
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Openbare verkoop van onroerende zaak in onverdeelde boedel met betrekking tot erfgenamen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, zijn de eisers erfgenamen van hun overleden vader en vorderen zij de ontruiming van een woning die tot de nalatenschap behoort. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.J. Pieters, stellen dat de gedaagde, die in het bevolkingsregister op hetzelfde adres is ingeschreven, de woning zonder toestemming van de overige erfgenamen in gebruik heeft en vorderen een gebruiksvergoeding van Afl. 800 per maand. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A.D.A. Carlo, voert verweer en ontkent dat hij de woning gebruikt.

De procedure omvat een tussenvonnis van 15 november 2017 en een zitting op 13 februari 2018. De partijen zijn het erover eens dat de woning verkocht moet worden, maar kunnen het niet eens worden over de praktische uitvoering. Een taxatierapport uit december 2014 schat de waarde van de woning op Afl. 188.000, met een executiewaarde van Afl. 150.000. Het gerecht besluit tot openbare verkoop van de woning met een inzetprijs van Afl. 100.000, tenzij partijen een andere prijs overeenkomen.

De rechter oordeelt dat de vordering van de eisers tot gebruiksvergoeding niet kan worden toegewezen, omdat niet is aangetoond dat de gedaagde het gebruik van de woning uitsluit voor de andere erfgenamen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 16 mei 2018 door mr. W.J. Noordhuizen.

Uitspraak

Vonnis van 16 mei 2018

Behorend bij AUA201701058

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS

in de zaak van:

[Eiseres 1] ,

[Eiser 2] ,

[Eiser 3] ,

[Eiser 4] ,

te Aruba,

hierna ook te noemen: [eisers],

gemachtigde: de advocaat mr. L.J. Pieters,

tegen:

[gedaagde] ,

te Aruba,

hierna ook te noemen: gedaagde,

gemachtigde: de advocaat mr. A.A.D.A. Carlo.

1. DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 15 november 2017;

- het proces-verbaal van de zitting van 13 februari 2018 zoals verbeterd;

- de aantekening van de rolzitting van 4 april 2018 dat partijen niet tot een regeling zijn gekomen.

De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2. DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1

Partijen zijn erfgenamen van hun overleden vader.

2.2

Tot de nalatenschap behoort een onroerende zaak, [adres].

2.3 [

[gedaagde] is in het bevolkingsregister ingeschreven op het adres [adres].

3. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [

[eisers] vorderen – kort gezegd – ontruiming door [gedaagde] van de woning [adres] en machtiging van [eiseres 1] om de woning te koop aan te bieden en verder veroordeling van [gedaagde] om vanaf juli 2013 een gebruiksvergoeding van Afl. 800, per maand aan de boedel te betalen, met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.

3.2 [

[eisers] gronden de vordering erop dat zij niet gehouden zijn deelgenoot in een onverdeeld boedel te blijven en [gedaagde] de woning in gebruik heeft zonder toestemming van de overige erfgenamen en zonder daarvoor een vergoeding te betalen.

3.3 [

[gedaagde] voert hiertegen verweer.

4. DE BEOORDELING

4.1

Partijen zijn het erover eens dat de woning [adres] verkocht moet worden. Zij kunnen het er alleen niet over eens worden hoe dat in de praktijk moet gebeuren.

4.2

Door [eisers] is een taxatierapport uit december 2014 overgelegd. De vrije marktwaarde van de woning wordt daarin geschat op Afl. 188.000, met een executiewaarde van Afl. 150.000,.

4.3

Omdat partijen er ondanks een comparitie ter plaatse en bijstand van advocaten in onderling overleg niet uitgekomen zijn, terwijl zij het er allemaal over eens zijn dat de woning moet worden verkocht, zal het gerecht de openbare verkoop van de woning gelasten zodat partijen de opbrengst, na aftrek van de kosten, kunnen verdelen. Het gerecht bepaalt de inzetprijs op Afl. 100.000,. Partijen kunnen in overleg met de notaris voor een andere inzetprijs kiezen.

4.4 [

[gedaagde] ontkent dat hij de woning heeft gebruikt. Hij woont er naast en past alleen op het huis.

4.5

Het gerecht stelt voorop dat in artikel 3:169 BW tot uitgangspunt wordt genomen dat (tenzij een regeling anders bepaalt) iedere deelgenoot bevoegd is tot het gebruik van en gemeenschappelijk goed, mits dit gebruik met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is. Indien een deelgenoot het goed met uitsluiting van de andere(n) gebruikt, kan dat aanleiding vormen om laatstgenoemde(n) een vergoeding ter zake van gederfd gebruiksgenot toe te kennen (HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:156). De enkele omstandigheid dat een deelgenoot feitelijk de enige van de deelgenoten is die gebruik maakt van het goed, is op zichzelf en in beginsel niet toereikend om te zijnen laste een gebruiksvergoeding toe te kennen. Essentieel is de uitsluiting van de andere deelgenoot.

4.6

Dat gebruik door de overige erfgenamen werd uitgesloten door [gedaagde] is niet gemotiveerd gesteld. Daarop stuit die vordering af.

4.7

Nu partijen over en weer deels in het ongelijk zijn gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd zoals hieronder vermeld.

5. DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:

gelast de openbare verkoop van de onroerende zaak [adres] te Aruba door een door partijen binnen 1 maand na datum van dit vonnis aan te wijzen notaris, of bij gebreke daarvan notaris Johnson, met een inzetprijs van Afl. 100.000, tenzij partijen een andere inzetprijs overeenkomen;

compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;

wijst de vorderingen voor het overige af;

verklaart de veroordeling in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.