ECLI:NL:OGEAA:2017:948

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 december 2017
Publicatiedatum
7 december 2017
Zaaknummer
EJ nr. 1286 van 2017 / AUA201701209
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging alimentatiebeschikking in de zaak tussen vader en moeder

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader verzocht om wijziging van een eerdere alimentatiebeschikking. De oorspronkelijke beschikking, gedateerd 17 november 2015, verplichtte de vader om Afl. 400,- per maand te betalen voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. De vader heeft op 22 juni 2017 een verzoekschrift ingediend om het alimentatiebedrag te verlagen naar Afl. 250,- per maand, met terugwerkende kracht tot 17 november 2015. Hij voerde aan dat bij de eerdere beschikking onvolledige gegevens zijn gebruikt, omdat zijn financiële situatie niet correct was weergegeven.

Tijdens de mondelinge behandeling op 12 september 2017, waarbij de vader werd bijgestaan door zijn advocaat, is het verzoek besproken. De vader stelde dat hij als bouwvakker geen vast inkomen heeft en dat dit niet in de eerdere beslissing is meegewogen. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat de vader niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zijn financiële situatie anders had moeten worden beoordeeld. Het gerecht merkte op dat de vader geen inzicht heeft gegeven in zijn huidige financiële situatie, waardoor een berekening van zijn draagkracht niet mogelijk was.

Op 5 december 2017 heeft het gerecht de beschikking gewezen, waarin het verzoek van de vader werd afgewezen. De beslissing werd genomen door rechter N.K. Engelbrecht, met de griffier aanwezig. Bij afwezigheid van Engelbrecht is de beschikking ondertekend door rechter A.J.J. van Rijen. De vader heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat de eerdere alimentatiebeschikking herzien moest worden, en het gerecht heeft geconcludeerd dat het verzoek niet kan worden toegewezen.

Uitspraak

Beschikking van 5 december 2017
behorend bij EJ nr. 1286 van 2017 / AUA201701209
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez,
en
[Verweerster],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERSTER, hierna te noemen de moeder,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 22 juni 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 12 september 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader bijgestaan door mr. S.M. Paesch occuperende voor mr. M.O. Lopez en de moeder in persoon.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De thans nog minderjarige [minderjarige] (hierna: de minderjarige) is op [geboortedatum] 2004 in [geboorteplaats] geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 17 november 2015 (EJ-1347/2015), is de vader veroordeelt om met ingang van 1 augustus 2015 te betalen een bedrag van Afl. 400,- per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot wijziging van bovengenoemde beschikking van 17 november 2015 in die zin dat het door de vader te betalen bedrag aan kinderalimentatie zal worden verlaagd tot Afl. 250,- per maand ingaande 17 november 2015. Voorts verzoekt de vader toestemming om in deze zaak kosteloos te mogen procederen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge die bepaling kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen of indien zij van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord, doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
4.2
De vader voert aan dat bij de uitspraak van 17 november 2015 van onvolledige gegevens is uitgegaan omdat de bescheiden die aantonen dat hij als “job” bouwvakker geen vaste inkomen geniet, niet aan het dossier zijn toegevoegd waardoor het gerecht deze niet in haar beslissing heeft meegewogen.
4.3
Naar het oordeel van het gerecht heeft de vader niet aannemelijk gemaakt dat bij de beschikking van 17 november 2015 stukken een rol had behoren te spelen maar niet hebben gespeeld, die tot een andere vaststelling van het alimentatiebedrag op grond van draagkracht en behoefte zou hebben geleid.
In de beschikking van 17 november 2015 overweegt het gerecht dat de vader geen inzicht heeft gegeven in zijn financiele situatie zodat het gerecht zijn draagkracht niet kan berekenen. Ook in onderhavige zaak geeft de vader geen inzicht in zijn financiele situatie, met name zijn inkomen, waardoor een berekening naar draagkracht niet mogelijk is.
4.4
Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 5 december 2017, in aanwezigheid van de griffier. Bij ontstentenis van mr. Engelbrecht is deze beschikking getekend door m. A.J.J. van Rijen, rechter.