ECLI:NL:OGEAA:2017:946

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 december 2017
Publicatiedatum
7 december 2017
Zaaknummer
EJ nr. 938 van 2017 / AUA201700765
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap en verzoek om kosteloos procederen

In deze zaak heeft de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. P.G. Dowers-Alders, een verzoek ingediend tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 5 mei 2017 werd ingediend, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand op 9 augustus 2017. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 september 2017 waren de moeder, de man en de vermoedelijke biologische vader aanwezig, evenals mr. M. Ras-Pieternella namens de Voogdijraad, die als bijzondere curator optreedt voor de minderjarige.

De feiten van de zaak zijn als volgt: uit het huwelijk tussen de moeder en de man is op [geboortedatum] 2016 de minderjarige geboren. De echtscheiding tussen partijen werd uitgesproken op 29 augustus 2016, waarbij het ouderlijk gezag over de minderjarige aan de moeder werd toegewezen. De moeder verzoekt nu om de ontkenning van het vaderschap van de man, omdat hij niet de biologische vader is. De wettelijke termijn voor het indienen van dit verzoek is verstreken, maar de moeder voert aan dat zij door omstandigheden, waaronder het verkrijgen van een bewijs van onvermogen, niet eerder kon procederen.

Het gerecht overweegt dat de wettelijke termijn in dit geval buiten toepassing kan worden gelaten, omdat alle betrokkenen wensen dat de juridische betrekkingen met de biologische en sociale realiteit in overeenstemming worden gebracht. Het gerecht concludeert dat er geen gewichtige redenen zijn die zich hiertegen verzetten. Er is geen DNA-onderzoek overgelegd, maar het gerecht oordeelt dat de verklaring van de moeder en de omstandigheden voldoende zijn om te concluderen dat de man niet de biologische vader is. Het verzoek wordt toegewezen, en de moeder krijgt toestemming om kosteloos te procederen. De beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, met een handtekening van m. A.J.J. van Rijen bij ontstentenis van Engelbrecht.

Uitspraak

Beschikking van 5 december 2017
Behorend bij EJ nr. 938 van 2017 / AUA201700765
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. P.G. Dowers-Alders,
tegen
[Verweerder],
wonende in Aruba, zonder bekende woon- en of verblijfplaats in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[minderjarige],de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 5 mei 2017;
  • het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, ingediend op 9 augustus 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 12 september 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder bijgestaan door haar gemachtigde, de man in persoon en de vermoedelijke biologische vader, [vermoedelijke biologische vader], in persoon. Namens de Voogdijraad is aanwezig mr. M. Ras-Pieternella.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen de moeder en de man is op [geboortedatum] 2016 in [geboorteplaats] geboren [minderjarige] (hierna: de minderjarige).
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 29 augustus 2016 (EJ 834/16) is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is bepaald dat het ouderlijk gezag over onder andere de minderjarige voortaan alleen aan de moeder zal toekomen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. Tevens verzoekt de moeder toestemming om kosteloos te mogen procederen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) dient in zaken van afstamming het minderjarig kind vertegenwoordigd te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft zich bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige op te treden.
4.2
Ingevolge artikel 1:200 leden 1 en 5 BWA kan, op de grond dat de vader niet de biologische vader van het kind is, het door huwelijk ontstane vaderschap worden ontkend. Het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning wordt door de moeder bij het gerecht ingediend binnen een jaar na de geboorte van het kind. Deze termijn is verstreken op 26 april 2017.
4.3
Het gerecht stelt vast dat verzoekster haar verzoek niet heeft ingediend binnen de wettelijke termijn.
4.4
De moeder heeft ten aanzien van deze termijnoverschrijding aangevoerd dat zij ten behoeve van de indiening van onderhavig verzoek zij een bewijs van onvermogen heeft verzocht bij de Directie Sociale Zaken. In verband met personeelstekort was dit bewijs op 26 april 2017 gereed. Aangezien DSZ op 27 april 2017, 28 april 2017 en 1 mei 2017 dicht was heeft zij het bewijs eerst op 2 mei 2017 in ontvangst mogen nemen.
De moeder voert tevens aan dat zij reeds drie jaren samenwoont met de vermoedelijke biologische vader en deze wenst de minderjarige te erkennen.
4.5
Artikel 1:199a BWA bepaalt dat de in de titel 11 (Afstamming) gestelde termijnen door de rechter buiten toepassing kunnen worden gelaten voor zover toepassing in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
De Memorie van Toelichting op deze bepaling luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
“(…) Denkbaar is dat de termijn verstreken is, maar dat alle betrokkenen - juridische vader, moeder, verwekker, kind - wensen dat de juridische betrekkingen met de biologische en sociale realiteit in overeenstemming worden gebracht en dat ook anderszins geen gewichtige redenen daaraan in de weg staan. (…) De rechtszekerheid dient in een dergelijk geval niemand. De termijnen werken dan averechts.(…)”.
4.6
In onderhavig geval wensen alle betrokkenen dat de juridische betrekkingen met de biologische en sociale realiteit in overeenstemming worden gebracht. Van gewichtige redenen die daaraan in de weg staan, is het gerecht niet gebleken. Naar het oordeel van het gerecht zal toepassing van de wettelijke termijn in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Het gerecht zal daarom gebruik maken van de in artikel 1:199a BWA gegeven bevoegdheid om de in artikel 1:200 lid 5 BWA in samenhang met artikel 27, lid 2 van de van de Landsverordening overgangsbepalingen Nieuw BW gestelde termijn, buiten toepassing te laten.
4.7
In casu is er geen resultaat van een DNA-onderzoek overgelegd. De ambtenaar van de burgerlijke stand en de bijzondere curator stellen zich op het standpunt dat voor de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap in voornoemde zaak geen DNA-onderzoek noodzakelijk is. Het gerecht is van oordeel dat, gezien de verklaring van de moeder in samenhang met het feit dat de moeder en de vermoedelijke biologische vader als sinds 17 maart 2015 ingeschreven staan op hetzelfde adres en dat ten tijde van de conceptie van de minderjarige zij al samenwoonden/ dat partijen gedurende de periode van verwekking en geboorte van de minderjarige niet meer op hetzelfde adres stonden ingeschreven, het genoegzaam is gebleken dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen.
4.8
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen van 26 april 2017 wordt aan de moeder toestemming verleend om kosteloos te procederen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de moeder toestemming om in deze zaak kosteloos te procederen,
benoemt de Voogdijraad tot bijzondere curator van de minderjarige,
verklaart gegrond de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van [verweerder], geboren op [geboortedatum] 1980 in [geboorteplaats] van [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2016 in [geboorteplaats] uit [verzoekster].
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 5 december 2017, in aanwezigheid van de griffier. Bij ontstentenis van mr. Engelbrecht is deze beschikking getekend door m. A.J.J. van Rijen, rechter.