Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
1.Onderzoek van de zaak
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Bewijsbeslissingen
een (of meer)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 18 april 2014 tot en met 17 april 2017 in Aruba, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne zijnde een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen
of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I en IV,
althans enig zout van cocaïne als vorenbedoeldheeft verkocht
en/of heeft afgeleverd en/of heeft vervoerd en/of in bezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend;
althans een hoeveelheid cocaïne,zijnde een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen
of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I en IV, althans enig zout van cocaïne als vorenbedoeldin bezit heeft gehad;
een (of meer)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 18 april 2014 tot en met 17 april 2017 in Aruba, opzettelijk hennep,
althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt,als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen
of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, in bezit heeft gehad
en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend;
althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen
of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, in bezit heeft gehad;
of omstreeks18 april 2017 in Aruba, voorhanden heeft gehad een (scherpe) patroon,
in elk geval een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening;
5.Bewijsmiddelen
6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.Strafbaarheid van de verdachte
8.Oplegging van straf of maatregel
9.Inbeslaggenomen voorwerpen
Onttrekking aan het verkeer
Verbeurdverklaring
Teruggave
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
vierentwintig (24) maanden;
zes (6) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast op grond dat de veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee (2) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;