ECLI:NL:OGEAA:2017:848
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba inzake beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar tegen precariofacturen
Op 23 oktober 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.M.N. Thijsen, in beroep ging tegen de Minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening en Integratie. De zaak betreft een bezwaar dat appellante had ingediend tegen twee facturen die waren verzonden op 20 januari 2017, waarin precariokosten in rekening werden gebracht. Appellante had bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op dit bezwaar en had op 22 juni 2017 beroep ingesteld bij het gerecht.
Het gerecht heeft vastgesteld dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat er geen verweer door de verweerder was gevoerd. Hierdoor kon de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking niet in stand blijven. Het gerecht verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep voor zover dit gericht was tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar, maar verklaarde het beroep voor het overige gegrond. De rechter heeft bepaald dat de verweerder binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar van appellante.
Daarnaast werd de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en werd gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald. Deze uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.