ECLI:NL:OGEAA:2017:811
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot gezamenlijk gezag en wijziging omgangsregeling in een complexe ouderschapskwestie
In deze zaak heeft de vader verzocht om gezamenlijk ouderlijk gezag over zijn minderjarige kinderen, en om de omgangsregeling met betrekking tot de minderjarige [minderjarige 2] te wijzigen naar een co-ouderschap. De moeder heeft zich verzet tegen dit verzoek. De procedure is voortgevloeid uit eerdere beschikkingen van het gerecht, waarbij de vader zijn verzoek tot omgang met [minderjarige 1] heeft ingetrokken. Het gerecht heeft in eerdere beschikkingen vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is, wat een gezamenlijke gezagsuitoefening bemoeilijkt. De Voogdijraad heeft geadviseerd om de moeder alleen met het gezag te belasten, gezien de problematische communicatie en de negatieve impact daarvan op de kinderen.
Het gerecht heeft geconcludeerd dat de ouders niet in staat zijn om op een constructieve manier samen te werken in het belang van de kinderen. De vader heeft in het verleden afstand gehouden van de kinderen en er is geen sprake van een goede taakverdeling in de opvoeding. De moeder heeft wel zorgsignalen opgepakt en professionele hulp ingeschakeld. Het gerecht heeft daarom het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag afgewezen en de moeder alleen belast met het gezag over de minderjarigen.
Daarnaast heeft het gerecht de verzoeken van de vader om de omgangsregeling te wijzigen afgewezen. De minderjarige [minderjarige 2] heeft aangegeven bang te zijn voor de vader en dat omgangsregelingen gepaard gaan met spanningen en ruzies. Het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige 2] is om het recht op omgang met de vader te ontzeggen. De vader is ongeschikt geacht tot omgang, gezien de schadelijke effecten van zijn gedrag op de ontwikkeling van de minderjarige. De beslissing is genomen op 17 oktober 2017 door rechter W.C.E. Winfield.