In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 september 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over haar drie minderjarige kinderen. Het verzoek is ingediend door de Voogdijraad, die zich zorgen maakte over de opvoeding en verzorging van de kinderen door de moeder. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 19 mei 2017 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 juli 2017. Tijdens deze behandeling was de moeder niet aanwezig, ondanks een oproep om te verschijnen. De minderjarigen zijn geboren in respectievelijk 2009, 2010 en 2012, en de vader heeft de kinderen erkend. De moeder had eerder het ouderlijk gezag, maar er waren ernstige zorgen over haar levensstijl, waaronder het gebruik van drugs en alcohol, wat haar vermogen om voor de kinderen te zorgen in gevaar bracht. De Voogdijraad heeft in een rapport aangegeven dat de moeder haar zorgplicht niet nakomt en niet openstaat voor begeleiding. Het gerecht heeft vastgesteld dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is om de moeder uit het ouderlijk gezag te ontzetten en heeft de voorgestelde voogdes benoemd voor de oudste minderjarige, terwijl de vader het gezag over de andere twee kinderen krijgt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.