In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 26 september 2017 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de moeder en de vader van de minderjarige. De moeder, verzoekster, heeft op 11 april 2017 een verzoekschrift ingediend waarin zij de vader verzoekt bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, geboren in 2007. De vader, verweerder, heeft op 28 juni 2017 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 juli 2017 waren beide partijen aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de Voogdijraad.
De rechter heeft vastgesteld dat de vader voldoende draagkrachtig is om bij te dragen aan de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De partijen zijn ter zitting overeengekomen dat de vader een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- zal betalen, met ingang van 1 juli 2017. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige elk weekend bij de vader verblijft, met specifieke afspraken over de ophaaltijden en de verdeling van de vakanties.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is gegeven door rechter W.C.E. Winfield, ter zitting van 26 september 2017.