ECLI:NL:OGEAA:2017:657
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een landsbesluit inzake disciplinaire maatregelen tegen een ambtenaar
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 augustus 2017 uitspraak gedaan op het verzoek van een ambtenaar, verzoekster, die in bezwaar was gegaan tegen een landsbesluit van 14 juli 2017. Dit landsbesluit schorste verzoekster in haar functie bij het Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Stranhero (DIMAS) vanwege een vermoeden van plichtsverzuim, dat was gebaseerd op een klachtenbrief van een klant. De klant had geklaagd over schijn van belangenverstrengeling en ambtelijke omkoperij, waarbij verzoekster haar had doorverwezen naar haar echtgenoot voor advies en hiervoor een vergoeding zou hebben ontvangen.
Verzoekster ontkende de beschuldigingen en vroeg het gerecht om een voorziening bij voorraad, zodat zij niet langer geschorst zou zijn terwijl de bodemprocedure liep. Het gerecht oordeelde echter dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorziening, aangezien verzoekster met behoud van haar bezoldiging was geschorst. Bovendien oordeelde het gerecht dat de onderbouwing van het vermoeden van plichtsverzuim voldoende was en dat het bezwaar van verzoekster in de bodemprocedure waarschijnlijk ongegrond zou zijn.
Desondanks constateerde het gerecht dat het bestuursorgaan weinig voortvarend was geweest in het onderzoek naar de klachten. Het gerecht besloot daarom het landsbesluit te schorsen met ingang van twee maanden na de uitspraak, om een voortvarende afhandeling van het disciplinair onderzoek te waarborgen. De beslissing werd genomen door mr. W.C.E. Winfield, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken in raadkamer.