ECLI:NL:OGEAA:2017:611

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 augustus 2017
Publicatiedatum
28 augustus 2017
Zaaknummer
EJ nr. 2875 van 2015 / AUA201500578
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake omgangsregeling tussen vader en minderjarigen

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 22 augustus 2017, wordt een verzoek behandeld van de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.F.J. Caster, betreffende de omgangsregeling met zijn minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.L. Griffith, is de verweerder in deze zaak. De beschikking volgt op een eerdere uitspraak van 15 maart 2015, waarin een voorlopige omgangsregeling was vastgesteld en de Voogdijraad was verzocht om een onderzoek naar de sociale omstandigheden van de betrokken partijen.

De procedure omvat verschillende zittingen, waarbij de vader en moeder telkens in persoon zijn verschenen, bijgestaan door hun respectieve advocaten. De Voogdijraad heeft rapporten ingediend, en er zijn gesprekken geweest met de minderjarigen. De minderjarige [B], geboren in 2004, heeft inmiddels de leeftijd van twaalf jaar bereikt en wordt in de gelegenheid gesteld om zijn mening over de omgangsregeling kenbaar te maken aan de rechter. Dit gesprek zal plaatsvinden zonder aanwezigheid van de ouders, en de minderjarige kan de beschikking meenemen voor instructies.

De rechter heeft besloten dat de minderjarige [B] op 4 september 2017 om 15:30 uur in het gerechtsgebouw zijn mening kan geven. Verdere beslissingen worden aangehouden tot na dit gesprek. De beschikking is ondertekend door mr. W.C.E. Winfield, rechter in deze zaak, ter zitting van 22 augustus 2017.

Uitspraak

Beschikking van 22 augustus 2017
Behorend bij EJ nr. 2875 van 2015 / AUA201500578
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[X],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. A.F.J. Caster,
tegen
[Y],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L Griffith.
Belanghebbende:
[A], hierna: [A],
[B], hierna: [B],
samen ook te noemen: de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 15 maart 2015, waarin een voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen is bepaald en aan de Voogdijraad is verzocht een onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van partijen. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het rapport van de psycholoog, [naam psycholoog], van 16 juni 2015,
  • de griffiersaantekeningen van de voortzetting behandeling achter gesloten deuren op 10 juni 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde, en de moeder in persoon bijgestaan door haar gemachtigde. Namens de Voogdijraad is aanwezig mevrouw A. Flanders en G. Maldonado,
  • het rapport van de Voogdijraad ingediend op 13 juni 2016,
  • de pleitnota zijdens de vader, ingediend ter zitting van 20 september 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de voortzetting behandeling achter gesloten deuren op 20 september 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde, en de moeder in persoon bijgestaan door haar gemachtigde. Namens de Voogdijraad is aanwezig mevrouw G. Maldonado,
  • de griffiersaantekeningen van de voortzetting behandeling achter gesloten deuren op 4 juli 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde, en de moeder in persoon bijgestaan door haar gemachtigde. Namens de Voogdijraad is aanwezig mevrouw G. Maldonado.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Ingevolge artikel 809 (http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/bwbid=BWBR0001827/article=809) wetboek van burgerlijke rechtsvordering Aruba (Rv) beslist de rechter in zaken betreffende minderjarigen niet dan na de minderjarige van twaalf jaren of ouder in de gelegenheid te hebben gesteld hem zijn mening kenbaar te maken, tenzij het naar het oordeel van de rechter een zaak van kennelijk ondergeschikt belang betreft. Minderjarigen die de leeftijd van twaalf jaren nog niet hebben bereikt, kan de rechter in de gelegenheid stellen hem hun mening kenbaar te maken op een door hem te bepalen wijze.
2.2
Nu de minderjarige [B], geboren op [datum] 2004 in Aruba, inmiddels de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, wordt hij in de gelegenheid gesteld zijn mening met betrekking tot de door de vader verzochte omgangsregeling aan de rechter kenbaar te maken, voordat de rechter hierover een beslissing neemt. Hij wordt uitgenodigd voor een gesprek in het gerechtsgebouw op de hieronder genoemde datum. Bij dit gesprek zullen de ouders niet aanwezig zijn. De minderjarige [B] kan deze beschikking meenemen om aan de bewaker te laten zien, die hem zal vertellen waar hij naar toe moet.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt de minderjarige [B], geboren op [datum] 2004 in Aruba, in de gelegenheid zijn mening kenbaar te maken op
maandag 4 september 2017 om 15:30 uurin het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat nr. 51;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van 22 augustus 2017 in aanwezigheid van de griffier.