ECLI:NL:OGEAA:2017:581
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake verblijfsvergunning
In deze zaak heeft appellante op 29 oktober 2015 bezwaar gemaakt tegen de afwijzende beschikking van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie van 18 september 2015, betreffende haar verzoek om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 23 februari 2016 beroep ingesteld, geregistreerd onder LAR nr. 361 van 2016. De minister verklaarde het bezwaar op 5 februari 2016 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, waarop appellante op 17 maart 2016 beroep instelde, geregistreerd onder LAR nr. 591 van 2016. De zitting vond plaats op 22 augustus 2016, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De rechter heeft vastgesteld dat de minister zijn beschikking van 5 februari 2016 heeft ingetrokken, omdat het bezwaarschrift tijdig was ingediend. Hierdoor had appellante geen belang meer bij de beoordeling van haar beroep tegen deze beschikking, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring van dat beroep. De intrekking van de beschikking van 5 februari 2016 betekent echter dat er nog steeds geen beslissing is genomen op het bezwaar tegen de primaire beschikking van 18 september 2015. Het beroep tegen het uitblijven van die beslissing is gegrond verklaard, en de fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar is vernietigd. De minister is opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak alsnog een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.
De rechter heeft ook de proceskosten van de procedure begroot op Afl. 1.000,-- aan gemachtigdensalaris en gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,-- aan haar wordt terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 3 juli 2017, en er staat hoger beroep open bij het Hof.