ECLI:NL:OGEAA:2017:569
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische rapporten
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 juli 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen de intrekking van een bijstandsuitkering. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Minister van Sociale Zaken, Jeugd en Arbeid, die op 10 december 2014 de bijstandsuitkering met ingang van 1 januari 2015 had ingetrokken. Appellante stelde dat deze intrekking onterecht was, omdat zij op basis van medische verklaringen van haar behandelende artsen en fysiotherapeut niet in staat was om arbeid te verrichten.
De Minister had de intrekking van de uitkering gebaseerd op rapporten van de verzekeringsarts drs. J.L. Toppenberg-Vos, die na een medische keuring op 25 april 2015 oordeelde dat appellante niet blijvend arbeidsongeschikt was. De Bezwaaradviescommissie had een second opinion ingewonnen bij drs. M.I. Badloe en drs. J.C.M. Schendzielorz, die respectievelijk oordeelden dat appellante met beperkingen belastbaar was en voor 58% arbeidsongeschikt. Het gerecht oordeelde dat de Minister zich op basis van deze rapporten op het standpunt kon stellen dat appellante niet in overwegende mate arbeidsongeschikt was, zoals vereist in artikel 8 van het Landsbesluit bijstandsverlening.
Het gerecht concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat de rapporten gebreken vertoonden die de Minister zouden moeten weerhouden van het baseren van zijn beslissing op deze rapporten. De door appellante overgelegde medische bescheiden waren onvoldoende om haar standpunt te onderbouwen. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak kan worden ingesteld.