ECLI:NL:OGEAA:2017:565
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Benoeming van voogdes wegens onbevoegdheid moeder tot het uitoefenen van het gezag over het kind
Op 4 juli 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak met EJ nr. 1101 van 2017, waarin de benoeming van een voogdes werd verzocht. Het verzoekschrift was ingediend op 30 mei 2017 door de Voogdijraad, kantoorhoudend in Aruba. De belanghebbenden in deze zaak zijn het kind, de moeder en de grootmoeder van het kind, die tevens de voorgestelde voogdes is. De moeder, geboren in 2000, heeft in 2016 het kind gebaard, maar het kind is niet erkend. Volgens artikel 1:295 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba is de rechter in eerste aanleg bevoegd om een voogd te benoemen voor minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan. In dit geval is de moeder, die zelf minderjarig is, niet bevoegd om het gezag over het kind uit te oefenen. De grootmoeder heeft zich bereid verklaard om de voogdij op zich te nemen en de moeder heeft ingestemd met deze benoeming. Aangezien er geen bezwaren zijn tegen deze benoeming, heeft het gerecht besloten om het verzoek toe te wijzen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.