In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 4 juli 2017 een beschikking gegeven inzake het ouderlijk gezag over drie minderjarigen. De moeder van de minderjarigen is ontzet uit het ouderlijk gezag vanwege grove verwaarlozing, misbruik van gezag en slecht levensgedrag. De Voogdijraad had op 11 mei 2017 een verzoek ingediend tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag, waarbij ook de benoeming van voogden werd verzocht. De minderjarigen, geboren in respectievelijk 2013, 2014 en 2015, waren door de vader erkend, maar de moeder had het ouderlijk gezag alleen. Op 4 april 2017 had het Openbaar Ministerie de minderjarigen aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2017 werd duidelijk dat er regelmatig huiselijk geweld plaatsvond in het bijzijn van de minderjarigen en dat de moeder niet in staat was om voor hun veiligheid te zorgen. De Voogdijraad concludeerde dat de moeder geen verantwoordelijkheid nam en niet in staat was om haar gezag naar behoren uit te voeren. Het gerecht oordeelde dat het in het belang van de minderjarigen noodzakelijk was om de moeder uit het ouderlijk gezag te ontzetten en heeft de Fundacion Guia Mi benoemd tot voogdes over de minderjarigen 1 en 2, en een voorgestelde voogdes voor de minderjarige 3. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.