ECLI:NL:OGEAA:2017:557

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 juli 2017
Publicatiedatum
11 juli 2017
Zaaknummer
EJ nr. 658 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging gezag afgewezen wegens gebrek aan belang

In deze zaak heeft de vader, wonende in Aruba, een verzoek ingediend tot wijziging van het gezag over zijn minderjarige kind. Het verzoekschrift is op 28 maart 2017 ingediend, gevolgd door een minderjarigenverhoor op 22 mei 2017 en een mondelinge behandeling op 23 mei 2017, waarbij de vader in persoon aanwezig was. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mevrouw A. Flanders. De uitspraak is gedaan op 4 juli 2017.

De minderjarige is geboren in Venezuela in 2000, binnen het huwelijk van de vader en de moeder. Na de echtscheiding is de minderjarige bij de moeder in Venezuela gebleven. De moeder is op 7 juli 2007 overleden, waarna de minderjarige bij de vader in Aruba is gaan wonen. De vader verzoekt om alleen met het gezag over de minderjarige te worden belast, omdat hij meent dat dit in zijn belang is.

Het gerecht heeft echter vastgesteld dat, volgens het Venezolaans recht, het gezag over de minderjarige reeds bij de vader berustte na het overlijden van de moeder. Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de vader de mogelijkheid biedt om het gerecht te verzoeken om hem met het gezag over het kind te belasten. Aangezien de vader reeds het gezag heeft, heeft hij geen belang bij de wijziging van het gezag. Daarom heeft het gerecht het verzoek afgewezen bij gebrek aan belang.

Uitspraak

Beschikking van 4 juli 2017
Behorend bij EJ nr. 658 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
in persoon,
Belanghebbende:
[de minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 28 maart 2017,
  • het minderjarigenverhoor van 22 mei 2017,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 23 mei 2017, waaruit blijkt dat verzoeker in persoon is verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw A. Flanders.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is op [geboortedatum] 2000 in Venezuela geboren binnen het huwelijk van de verzoeker en [de moeder] (hierna: de moeder).
2.2
Na de echtscheiding is de minderjarige bij de moeder in Venezuela gebleven. Op [overlijdensdatum] 2007 is de moeder overleden. De minderjarige verblijft thans bij de vader in Aruba.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot wijziging van het gezag, in die zin dat de vader alleen met het gezag over de minderjarige wordt belast.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BW). Artikel 1:253c lid 1 BW biedt de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken om hem in plaats van de moeder met het gezag over het kind te belasten.
4.2
Het gerecht constateert, mede aan de hand van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting, dat de vader en de moeder, gelet op het Venezolaans recht, reeds van rechtswege het gezamenlijk gezag hadden over de minderjarige. Na het overlijden van de moeder is het gezag over de minderjarige bij de vader alleen komen te berusten. Bij inwilliging van het verzoek heeft de vader derhalve geen belang. Hij heeft immers reeds waar hij om verzoekt. Gelet op het vorenstaande zal het verzoek, bij gebrek aan belang, worden afgewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van 4 juli 2017 in aanwezigheid van de griffier.