ECLI:NL:OGEAA:2017:521

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 juni 2017
Publicatiedatum
10 juli 2017
Zaaknummer
EJ nr. 634 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen ouders van minderjarigen met verzoek tot bijdrage in kosten van verzorging en opvoeding

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, een verzoek ingediend tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 475,- per kind voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, [A] en [B]. De vader is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweerschrift ingediend, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De minderjarigen zijn geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder en zijn door de vader erkend.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 23 maart 2017 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 mei 2017 was alleen de moeder aanwezig. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun kinderen, en dat deze bijdrage moet worden vastgesteld naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba stelt dat als een ouder zijn verplichtingen niet nakomt, de andere ouder of de Voogdijraad de rechter kan verzoeken om een bijdrage vast te stellen.

Het gerecht heeft geoordeeld dat, gezien de draagkracht van de moeder en de behoefte van de minderjarigen, een bijdrage van Afl. 475,- per kind per maand redelijk is. De ingangsdatum van de bijdrage is vastgesteld op 1 mei 2017, de datum waarop de vader geacht wordt op de hoogte te zijn van het verzoek. De beschikking is uitgesproken op 27 juni 2017 door mr. W.C.E. Winfield en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 27 juni 2017
behorend bij EJ nr. 634 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
[X],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
en:
[Y],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna: de vader.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 23 maart 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 16 mei 2017, waaruit blijkt dat alleen de moeder bijgestaan door haar gemachtigde is verschenen. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De thans nog minderjarigen [A] en [B] (hierna: de minderjarigen) zijn op [datum] 2007 respectievelijk op [datum] 2011 in Aruba geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. Zij zijn door de vader erkend.

3.HET VERZOEK

Het - ter zitting gewijzigd - verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 475,- per kind per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt aangevoerd dat de vader voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de Voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
De vader heeft geen gebruik gemaakt van de hem geboden gelegenheid zich te verweren. Gelet op de draagkracht van de moeder, de behoefte van de minderjarigen en op het ontbreken van enig verweer acht het gerecht een door de vader te betalen bijdrage van Afl. 475,- per kind per maand in de kosten van verzorging en opvoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. Het gerecht zal de ingangsdatum bepalen op 1 mei 2017 zijnde de datum dat de vader geacht kan worden op de hoogte te zijn geraakt van het verzoek.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de door de vader [Y] met ingang van 1 mei 2017 maandelijks te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen [A], geboren op [datum] 2007 en [B], geboren op [datum] 2011 in Aruba, op een bedrag van Afl. 475,- per kind per maand, bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 27 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.