ECLI:NL:OGEAA:2017:447

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 juni 2017
Publicatiedatum
20 juni 2017
Zaaknummer
EJ. nr. 1516 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige door verzoekster na advies van de Voogdijraad

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.M.R.F. Scheper, heeft verzocht om de adoptie van een minderjarige, die door de verzoekster wordt verzorgd en opgevoed. De moeder van de minderjarige heeft geen contact met het kind en is niet bekend op een woon- of verblijfplaats. De Voogdijraad heeft in een rapport, ingediend op 6 maart 2017, geadviseerd om het verzoek tot adoptie in te willigen, waarbij werd gesteld dat de minderjarige de verzoekster als haar moeder beschouwt en dat de verzoekster in staat is om de opvoeding en verzorging van de minderjarige op zich te nemen.

Het gerecht heeft de adoptie toegewezen, omdat aan de wettelijke voorwaarden is voldaan en het in het kennelijk belang van de minderjarige is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, maar het verzoek om dit te doen is afgewezen op basis van artikel 1:230 lid 1 BW. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing is genomen door rechter mr. W.C.E. Winfield, ter zitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 13 juni 2017
behorend bij EJ. nr. 1516 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek (ex artikel 1:227 BW) van:
[Verzoekster],
wonende in [woonplaats],
VERZOEKSTER,
gemachtigde:de advocaat mr. J.M.R.F. Scheper,
Belanghebbenden:
[naam minderjarige], het kind, wonende in [woonplaats],
[moeder], hierna te noemen: de moeder, zonder bekende woon- of verblijfplaats in […].

1.DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 22 november 2016, waarbij de Voogdijraad is verzocht om onderzoek te verrichten ter beantwoording van de vraag of de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 6 maart 2017;
- de griffiersaantekeningen van de voortzetting van de behandeling van 21 maart 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekster bijgestaan door haar gemachtigde. Namens de Voogdijraad waren aanwezig mevrouw A. Emmanuel, mevrouw Y. Arendsz en mevrouw D. Lejuez.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
De Voogdijraad heeft in zijn rapport alsook ter zitting geadviseerd het verzoek van verzoeker in te willigen en de adoptie van de minderjarige door de verzoekster uit te spreken. De Voogdijraad heeft naar aanleiding van het door hem verrichte onderzoek geconcludeerd dat de verzoekster de minderjarige verzorgt en opvoedt, dat de moeder van de minderjarige geen contact met de minderjarige heeft, dat de minderjarige de verzoekster als haar moeder beschouwt, en dat de verzoekster bereid is de belangen van de minderjarige te behartigen en over voldoende financiële middelen beschikt om als moeder de opvoeding en verzorging van de minderjarige op zich te nemen.
2.2
Op grond van het voorgaande acht het gerecht de verzochte adoptie uit het oogpunt van bevestiging van de banden met de verzoekster in het kennelijk belang van de minderjarige. Nu voorts aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan, zal het gerecht het verzoek toewijzen.
2.3
Verzocht is nog de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Gelet op het bepaalde in artikel 1:230 lid 1 BW is dit verzoek naar zijn aard niet voor toewijzing vatbaar. Ter voorlichting van verzoekster wijst het gerecht er daarbij op dat het met het oog op het verkrijgen van kracht van gewijsde van deze beschikking, van belang is dat zij op de juiste wijze wordt betekend aan de moeder, [moeder], wonende in [woonplaats].
2.4
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.
DE BESLISSING
Het gerecht:
spreekt uit de adoptie van [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats], door [verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats],
compenseert de kosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van 13 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.