ECLI:NL:OGEAA:2017:437

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
14 juni 2017
Zaaknummer
A.R. 782 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van het Land Aruba voor schade door politieoptreden

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde eiseres E* een verklaring voor recht dat het Land Aruba aansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van een politieoptreden. Dit politieoptreden vond plaats in de nacht van 1 op 2 februari 2013, toen E* met haar auto en inzittenden te Santa Cruz in Aruba klemgereden werd door een auto van een arrestatieteam. Tijdens deze confrontatie werd er door een lid van het arrestatieteam een schot op de auto van E* afgevuurd, wat leidde tot psychische schade bij E*. E* stelde dat het Land onrechtmatig had gehandeld en vorderde schadevergoeding.

Het Land Aruba voerde als verweer aan dat E* niet ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er op basis van artikel 178 van het Wetboek van Strafvordering een rechtsgang openstaat die een civiele vordering uitsluit. Dit artikel biedt rechtswaarborgen voor personen die schade hebben geleden door de toepassing van strafvorderlijke dwangmiddelen. Het Gerecht oordeelde dat de rechtsgang, zoals bedoeld in artikel 178 Sv, ook openstaat voor derden, zoals getuigen, en dat deze rechtsgang een beoordeling door de civiele rechter uitsluit.

Het Gerecht verklaarde E* niet ontvankelijk in haar verzoek, omdat het verweer van het Land slaagde. Aangezien het Land geen proceskostenveroordeling had gevraagd, werd er ook geen kostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 31 mei 2017 door rechter mr. J. Sap.

Uitspraak

Vonnis van 31 mei 2017
Behorend bij A.R. 782 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres],
te Aruba,
hierna ook te noemen: E*,
gemachtigde: advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: advocaat mr. C.P. Wever (DWJZ).

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
In de nacht van 1 op 2 februari 2013 reed E* met haar auto en een aantal inzittenden te Santa Cruz in Aruba. Zij is toen klemgereden door een auto van een arrestatieteam, dat vervolgens met getrokken wapens de auto van E* heeft benaderd. Daarbij is door één van de leden van het arrestatieteam een schot op de auto afgevuurd, dat niemand heeft geraakt. Eén van de inzittenden is aangehouden. E* heeft van het gebeuren aangifte gedaan tegen de agent die het schot heeft gelost. Die aangifte is geseponeerd. Als gevolg van de gebeurtenis heeft E* zich onder medische behandeling moeten stellen. Blijkens een verklaring van de psychiater [naam psychiater] van 20 november 2013 is sprake van een post traumatisch stress syndroom. Uit latere berichten van de psychiater blijkt dat E* het voorval nog niet heeft verwerkt.
2.2
E* vordert in onderhavig geschil een verklaring voor recht dat het Land voor de schade van E* aansprakelijk is en veroordeeld wordt tot vergoeding van die schade, op te maken bij staat. Aan haar vordering legt zij ten grondslag dat het Land (de politie) jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld.
2.3
Het Land heeft als primair verweer gevoerd dat E* niet ontvankelijk moet worden verklaard, omdat op grond van art. 178 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) een met voldoende rechtswaarborgen omgeven rechtsgang openstaat, die een civiele vordering uitsluit. Dit verweer slaagt.
2.4
Voorwaarde voor toepassing van art. 178 Sv is dat sprake is van een strafvorderlijk dwangmiddel dat rechtmatig of onrechtmatig is toegepast en dat als gevolg daarvan schade wordt geleden. De rechtsgang staat volgens de tekst van het artikel open voor “degene”. Blijkens de door het Land geciteerde delen van de Memorie van Toelichting betreft dit niet alleen de verdachte of iemand die ten onrechte als zodanig is aangemerkt. Ook derden, zoals getuigen jegens wie dwangmiddelen zijn toegepast, kunnen op grond van deze bepaling een vordering instellen. Uit de memorie van Toelichting blijkt dat deze rechtsgang een beoordeling door de civiele rechter uitsluit. (vgl HR 27 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5622).
2.5
Het Gerecht zal E* dan ook niet ontvankelijk moeten verklaren. Nu het Land niet om een proceskostenveroordeling heeft gevraagd, zal het Gerecht die ook niet opleggen.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
verklaart E* niet ontvankelijk in haar verzoek.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.