ECLI:NL:OGEAA:2017:409

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 mei 2017
Publicatiedatum
29 mei 2017
Zaaknummer
EJ nr. 631 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondercuratelestelling en benoeming van een provisioneel bewindvoerder afgewezen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 mei 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van de verweerster, die in Aruba woont. De verzoekster, de dochter van de verweerster, heeft verzocht om ondercuratelestelling van haar moeder, omdat zij meent dat de psychische gesteldheid van de verweerster achteruitgaat en zij niet in staat is haar belangen te behartigen. De verzoekster heeft tevens gevraagd om de benoeming van een provisioneel bewindvoerder in afwachting van de ondercuratelestelling.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 23 maart 2017 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 april 2017 waren zowel de verzoekster als de verweerster aanwezig, bijgestaan door hun advocaten. De verweerster heeft betwist dat er gronden zijn voor ondercuratelestelling en heeft aangevoerd dat zij in staat is om voor zichzelf te zorgen. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen medische verklaring is overgelegd die aantoont dat de verweerster niet in staat is haar belangen te behartigen.

Na de ondervraging van de verweerster ter zitting, waaruit bleek dat zij geestelijk goed bij de tijd was, heeft het gerecht geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is voor de stelling dat de verweerster onder curatele moet worden gesteld. De zorgen van de verzoekster over het financieel beheer van de verweerster zijn niet voldoende om in te grijpen in haar privéleven. Het gerecht heeft daarom het verzoek tot ondercuratelestelling en de benoeming van een provisioneel bewindvoerder afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 23 mei 2017
Behorend bij EJ nr. 631 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op verzoek van
[Verzoekster],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
VERZOEKSTER, de dochter,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix en mr. L.J. Pieters,
om ondercuratelestelling van:
[Verweerster],
wonende in Aruba, [adres],
GEREKESTREERDE, hierna te noemen [verweerster],
Gemachtigde: de advocaat mr. E.J.M. Lotter Homan,
Belanghebbende:
[naam zoon], de zoon.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 23 maart 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 11 april 2017, waarbij aanwezig waren verzoekster bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd, [verweerster] bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd en de belanghebbende in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat [verweerster] onder curatele wordt gesteld met benoeming van verzoekster, dan wel enig andere persoon die het gerecht geschikt acht, tot curatrice. Verder wordt verzocht om, in afwachting van deze procedure, bij wijze van provisionele voorziening, verzoekster alleen dan wel samen met mr. […], dan wel mr. […] alleen, tot bewindvoerder(s) te benoemen. Daartoe wordt aangevoerd dat de psychische gesteldheid van [verweerster] met grote stappen achteruit gaat, waardoor [verweerster] niet in staat is om haar belangen behoorlijk waar te nemen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Op grond van art. 1:380 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) kan de rechter, desverzocht of ambtshalve, hangende de procedure tot ondercuratelestelling een provisioneel bewindvoerder benoemen. Het verzoek tot onder curatelestelling is bij het gerecht eveneens aanhangig onder EJ nr. 631 van 2017.
Ingevolge artikel 1:378 lid 1 onder a BWA kan een meerderjarige door de rechter onder curatele worden gesteld wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen.
3.2 [
verweerster] stelt zich op het standpunt dat er geen gronden aanwezig zijn voor een ondercuratelestelling en voert hiertoe het volgende aan. In tegenstelling tot hetgeen verzoekster heeft gesteld, is haar psychische gesteldheid geenszins met grote stappen achteruit gegaan. [verweerster] is wel degelijk in staat om voor zichzelf te zorgen en haar eigen wil te bepalen.
3.3
Het gerecht constateert dat er geen medische verklaring is overgelegd waaruit zou moeten blijken dat [verweerster] wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen. Verzoekster heeft aangevoerd dat zij geen bereidheid heeft gevonden bij degenen die [verweerster] momenteel verzorgen om een medische evaluatie van [verweerster] te verwezenlijken. Verzoekster verzoekt het gerecht daarom een deskundige te benoemen die een verklaring van de geestesvermogen van [verweerster] kan afleggen en om [verweerster] te bevelen haar medewerking daartoe te verlenen.
3.4
Uit de ondervraging van [verweerster] ter zitting is niet gebleken dat zij wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen. Ter zitting gaf [verweerster] de indruk geestelijk goed bij te zijn en gaf zij duidelijke antwoorden op de vragen die aan haar werden gesteld. Gelet op de waarneming ter zitting, en nu er geen medische verklaring met betrekking tot de geestestoestand van [verweerster] is overgelegd, is het gerecht van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten aanwezig zijn voor het oordeel dat [verweerster] onder curatele dient te worden gesteld of dat er een provisioneel bewindvoerder dient te worden benoemd. Dat verzoekster zich zorgen maakt over het financieel beheer van het vermogen van [verweerster], levert op zich geen reden op om haar onder curatele te stellen. Het gerecht ziet, gelet op het voorgaande, evenmin aanleiding om inbreuk te maken op de privé sfeer van [verweerster] door een medische evaluatie van [verweerster] te bevelen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven op 23 mei 2017 door mr. W.C.E. Winfield, rechter bij dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.