ECLI:NL:OGEAA:2017:408

• Datum uitspraak: 23 mei 2017
• Publicatiedatum: 29 mei 2017
• Zaaknummer: EJ nr. 460 van 2017
• Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Beschikking
• Rechters: W.C.E. Winfield
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Wijziging gezamenlijk gezag naar eenhoofdig gezag

In deze beschikking van 23 mei 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over een verzoek tot wijziging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige. De verzoekers, de ouders van de minderjarige, hebben verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de moeder alleen met het gezag te belasten. Dit verzoek is ingediend op 7 maart 2017 en de mondelinge behandeling vond plaats op 11 april 2017. Tijdens deze zitting waren de verzoekers aanwezig, bijgestaan door hun advocaat, mr. D.L. Emerencia, en de Voogdijraad was vertegenwoordigd door A. Emmanuel.

De minderjarige is geboren op [geboortedatum] 2011 en is erkend door de vader. De ouders hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige, maar de relatie tussen hen is beëindigd. De moeder is voornemens om per 1 juli 2017 met de minderjarige naar [land] te verhuizen. De ouders hebben afgesproken dat de moeder de vader op de hoogte zal houden van belangrijke zaken die de minderjarige aangaan en dat het contact tussen de vader en de minderjarige zal worden onderhouden.

Het gerecht heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om gezamenlijk gezag te beëindigen indien de omstandigheden zijn gewijzigd. Gezien de instemming van de vader met het verzoek en de afspraken die de ouders hebben gemaakt, heeft het gerecht geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder alleen met het gezag wordt belast. De beschikking beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders en kent het gezag volledig toe aan de moeder.

Uitspraak

Beschikking van 23 mei 2017

Zaaknummer EJ nr. 460 van 2017

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING

op het verzoek van

1. [verzoekster sub 1] ,

2. [verzoeker sub 2] ,

wonende in Aruba,

VERZOEKERS, hierna: de ouders,

gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Emerencia.

Belanghebbende:

[naam minderjarige] ,

hierna aan te duiden als de minderjarige.

1. DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:

• het verzoekschrift ingediend op 7 maart 2017,
• de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 11 april 2017, waaruit blijkt dat verzoekers bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig A. Emmanuel.

Hierna is de uitspraak bepaald op heden.

2. DE FEITEN

2.1

Uit de moeder is op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats] geboren [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is door de vader erkend.

2.2

Uit de verklaring van de griffier van dit gerecht van 8 januari 2015 blijkt dat de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige uitoefenen.

3. HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot wijziging van het gezag, in die zin dat de moeder voortaan alleen met het gezag over de minderjarige wordt belast. Ter onderbouwing van het verzoek is aangevoerd dat de relatie tussen de ouders is beëindigd en dat de moeder per 1 juli 2017 samen met de minderjarige naar [land] zal verhuizen
. De ouders wensen dat moeder alleen belast wordt met het gezag, zodat zij straks in [land] vrijelijk, en indien noodzakelijk, onmiddellijk beslissingen aangaande de minderjarige kan nemen, zonder dat er eerst toestemming van de vader vereist is.

4. DE BEOORDELING

4.1

Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge dit artikel kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de desbetreffende beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Het moet hierbij gaan om een zodanige verandering van de situatie, dat het niet langer in het belang van het kind is de bestaande gezagsuitoefening te handhaven. Alsdan bepaalt de rechter, aan wie van de ouders voortaan het gezag over ieder der minderjarige kinderen toekomt. Beslissend zal zijn wiens gezag over het kind de rechter het meeste in het belang van het kind oordeelt.

4.2

Ter zitting is gebleken dat de vader achter het verzoek staat tot wijziging van het gezag, zoals bedoeld in punt 3. De ouders hebben onderling afgesproken dat de moeder de vader op de hoogte zal stellen van belangrijke aangelegenheden die de minderjarige aangaan en dat de moeder de vader zo veel mogelijk in het leven van de minderjarige zal betrekken. Verder hebben de ouders afgesproken om het contact tussen de vader en de minderjarige te onderhouden. Het gerecht is, gelet op het voorgaande en nu voor het overige van geen bewaren daartegen is gebleken, van oordeel dat in het belang van de minderjarige is dat het gezag over haar wordt gewijzigd, in die zin dat de moeder voortaan alleen met het gezag over de minderjarige wordt belast.

5. DE BESLISSING

Het gerecht:

beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders, [verzoekster sub 1] en [verzoeker sub 2], over de minderjarige:

[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteland],

bepaalt dat de aan moeder voortaan alleen het gezag toekomt over de minderjarige:

[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteland].

Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van 23 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.