ECLI:NL:OGEAA:2017:351
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening op basis van de Landsverordening administratieve rechtspraak
Op 8 mei 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. E. Duijneveld, had bezwaar gemaakt tegen een afwijzing van haar aanvraag voor een vergunning tot verblijf door de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie. De verzoekster had op 3 mei 2017 een verzoek ingediend bij het gerecht om de bestreden beschikking te schorsen, dan wel een voorlopige voorziening te treffen.
Het gerecht overwoog dat, hoewel de Lar geen expliciete grondslag biedt voor een uitspraak zonder zitting, er in bepaalde gevallen, zoals bij evidente niet-ontvankelijkheid of misbruik van procesrecht, wel degelijk een uitspraak kan worden gedaan. Het gerecht concludeerde dat het verzoek van de verzoekster evident niet voor inwilliging vatbaar was, omdat er geen voldoende spoedeisend belang was aangetoond. De verzoekster had niet kunnen onderbouwen dat er een dreiging van bestuurlijke handhaving bestond, waardoor de toepassing van artikel 54 van de Lar niet aan de orde was.
De rechter heeft het verzoek afgewezen, en deze beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.