ECLI:NL:OGEAA:2017:350
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening op basis van de Landsverordening administratieve rechtspraak
Op 8 mei 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Verzoekster, vertegenwoordigd door mevrouw V.F. Odor, had bezwaar gemaakt tegen een afwijzing van haar aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf door de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie. Na het indienen van bezwaar op 13 april 2017, verzocht verzoekster op 18 april 2017 het gerecht om schorsing van de bestreden beschikking of het treffen van een voorlopige voorziening.
Het gerecht overwoog dat, hoewel de Lar geen expliciete grondslag biedt voor een uitspraak zonder zitting, dit in bepaalde gevallen mogelijk is, vooral als er sprake is van onverwijlde spoed of als het verzoek evident niet-ontvankelijk of niet voor inwilliging vatbaar is. In dit geval oordeelde het gerecht dat verzoekster niet voldoende spoedeisend belang had bij de gevraagde schorsing of voorlopige voorziening. Er was geen bewijs dat verzoekster op korte termijn met bestuurlijke handhaving of verwijdering geconfronteerd zou worden, waardoor het verzoek niet kon worden ingewilligd.
De rechter heeft het verzoek afgewezen, en deze beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 8 mei 2017, in aanwezigheid van de griffier.