In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tegen de vader van een minderjarige. De vader, die niet verschenen is, heeft de minderjarige erkend en is opgeroepen om te verschijnen, maar heeft geen verweerschrift ingediend. De moeder van de minderjarige is wel verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Het verzoek van de Voogdijraad betreft een maandelijkse bijdrage van Afl. 350,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, ingaande 1 februari 2017. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van hun minderjarige kinderen naar draagkracht. Aangezien de vader niet heeft gereageerd op het verzoek, heeft het gerecht de bijdrage vastgesteld op Afl. 350,- per maand, met ingang van 1 maart 2017, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is genomen door rechter W.C.E. Winfield en is openbaar uitgesproken op 25 april 2017.