ECLI:NL:OGEAA:2017:216

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 maart 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
EJ nr. 2757 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen ouders van minderjarige met verzoek tot bijdrage voor verzorging en opvoeding

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzoekt de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.L. Griffith, om een bijdrage van de vader voor de verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, [Z], geboren in 2007. De vader, die op de zitting niet verschenen is, heeft geen verweerschrift ingediend, ondanks dat hij op de juiste wijze was opgeroepen. De moeder heeft op 3 november 2016 een verzoekschrift ingediend, waarin zij stelt dat de vader voldoende draagkrachtig is om een maandelijkse bijdrage van Afl. 450,-- te betalen aan de Voogdijraad, met ingang van 3 november 2016.

Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2017 was de moeder aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, en was ook mr. Y. Maduro van de Voogdijraad aanwezig. De vader heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich te verweren. Het gerecht overweegt dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze bijdrage moet worden vastgesteld naar draagkracht.

Gelet op de omstandigheden, waaronder de draagkracht van de moeder en de behoefte van de minderjarige, oordeelt het gerecht dat een bijdrage van Afl. 450,-- per maand passend is. De alimentatieverplichting gaat in op 1 december 2016, een maand later dan verzocht, omdat de vader geacht wordt niet eerder van het verzoek op de hoogte te zijn geweest. De moeder krijgt toestemming om kosteloos te procederen, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders verzochte wordt afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 28 maart 2017
behorend bij EJ nr. 2757 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
[X],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
Gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
en
[Y],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de vader,
niet verschenen.
Belanghebbende:
[Z], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 3 november 2016,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 14 februari 2017, waaruit blijkt dat de moeder bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig mr. Y. Maduro. De vader is, hoewel op de juiste wijze opgeroepen, niet verschenen en heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, geen verweerschrift ingediend.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de relatie tussen de moeder en de vader is op [datum] 2007 in Aruba geboren de thans nog minderjarige [Z] (hierna: de minderjarige). Zij is erkend door de vader.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader om ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarige met ingang van 3 november 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad, uiterlijk op de eerste dag van elke maand, een bedrag van Afl. 450,-- per maand te betalen. Daartoe wordt gesteld dat de vader voldoende draagkrachtig is. Voorts verzoekt de moeder toestemming om in deze zaak kosteloos te mogen procederen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de Voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
De vader heeft geen gebruik gemaakt van de hem geboden gelegenheid zich te verweren. Gelet op de draagkracht van de moeder, de behoefte van de minderjarige en op het ontbreken van enig verweer acht het gerecht een door de vader te betalen bijdrage van Afl. 450,-- per maand in de kosten van verzorging en opvoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven, zij het dat de alimentatieverplichting een maand later dan verzocht ingaat, omdat de vader geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de moeder toestemming om in deze zaak kosteloos te procederen,
bepaalt de bijdrage van [Y] in de kosten van verzorging en opvoeding van [Z], geboren op [datum] 2007 in Aruba, op Afl. 450,-- per maand, met ingang van 1 december 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van 28 maart 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.