ECLI:NL:OGEAA:2017:215

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 maart 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
EJ nr. 2738 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de vader betreffende de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tegen de vader van de minderjarige [Z]. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 31 oktober 2016 is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2017 zijn zowel de vader als de moeder in persoon verschenen, terwijl de Voogdijraad werd vertegenwoordigd door mr. Y. Maduro. De vader, die in deze zaak als verweerder optreedt, heeft verklaard dat hij momenteel Afl. 350,-- per maand bijdraagt aan de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De moeder heeft echter aangegeven dat de vader sinds december 2016 geen bijdrage meer heeft geleverd.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, afhankelijk van hun draagkracht. Op basis van artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba kan de Voogdijraad, indien een ouder zijn verplichtingen niet nakomt, de rechter verzoeken om een bijdrage vast te stellen. De vader heeft zich bereid verklaard om de eerder genoemde bijdrage van Afl. 350,-- per maand te blijven betalen, wat door de moeder is aanvaard.

In de beslissing van 28 maart 2017 heeft het gerecht de bijdrage van de vader in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige vastgesteld op Afl. 350,-- per maand, met ingang van 1 december 2016, en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 28 maart 2017
behorend bij EJ nr. 2738 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
DE VOOGDIJRAAD,
gevestigd in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
en
[X],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[Y], de moeder,
[Z], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 31 oktober 2016,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 14 februari 2017, waaruit blijkt dat de vader en de moeder in persoon zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig mr. Y. Maduro.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [datum] 2008 in Aruba geboren de thans nog minderjarige [Z] (hierna: de minderjarige).

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader om ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarige met ingang van 1 november 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling en tegen behoorlijke kwijting aan de Voogdijraad, een bedrag van Afl. 460,-- per maand te betalen. Daartoe wordt gesteld dat de vader voldoende draagkrachtig is.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de Voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
Ter zitting heeft de vader verklaard dat hij thans met een bedrag van Afl. 350,-- per maand bijdraagt in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De moeder heeft op haar beurt aangegeven dat de vader al sedert december 2016 niet meer heeft bijgedragen in het levensonderhoud van de minderjarige. Vervolgens heeft de vader zich bereid verklaard bovengenoemd bedrag aan kinderalimentatie te blijven betalen. Nu de moeder ter zitting hiermee heeft ingestemd, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van [X] in de kosten van verzorging en opvoeding van [Z], geboren op [datum] 2008 in Aruba, op Afl. 350,-- per maand, met ingang van 1 december 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van 28 maart 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.