In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 14 maart 2017 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen Stichting [X] en de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft de vraag of de aanslagen in de winstbelasting, opgelegd aan de stichting voor de jaren 1998 tot en met 2002, terecht zijn opgelegd. De stichting, opgericht in 1997, beheert pensioengelden en voert pensioenregelingen uit voor een of enkele werknemers. De Inspecteur stelde dat de stichting niet kwalificeert voor de vrijstelling van winstbelasting, omdat het bestuur niet onafhankelijk is van de doterende vennootschap. Het Gerecht oordeelde echter dat de stichting, die enkel de pensioenregeling uitvoert, wel degelijk in aanmerking komt voor de vrijstelling. Het Gerecht volgde de eerdere uitspraak van de Raad van beroep voor belastingzaken, waarin werd vastgesteld dat een stichting pensioenfonds die enkel de pensioenregeling uitvoert voor een of enkele werknemers, vrijgesteld kan zijn van winstbelasting. Het Gerecht vernietigde de uitspraken op bezwaar van de Inspecteur en verminderde de aanslagen tot nihil. De uitspraak benadrukt dat de onafhankelijkheid van het bestuur van de stichting niet automatisch uitsluit dat de vrijstelling van toepassing is, mits de stichting zich beperkt tot het beleggen van vermogen in verband met pensioenverplichtingen.